Groot onderzoek

Cybersecuritybedrijf Norton deed onderzoek onder zevenduizend kinderen in tien landen in Europa en het Midden-Oosten. Ook Nederland werd meegenomen in het onderzoek. Per dag besteden Nederlandse kinderen 2 uur en 34 minuten van hun tijd aan vermaak op mobiele apparaten zoals een smartphone of tablet. Ze spelen daarnaast iets minder dan twee uur per dag buiten: 1 uur en 55 minuten om precies te zijn.

Regels stellen

Opvallend is dat ouders het lastig vinden regels te stellen aan het smartphone- en tabletgebruik van hun kinderen. Eén op de tien ouders zegt bijvoorbeeld dat ze zelfs helemaal geen regels stellen. De ouders geven ook aan dat ze zelf vaak het verkeerde voorbeeld geven, door te veel tijd te spenderen aan hun eigen apparaten.

Niet verbaasd

Pedagoge Krista Okma is nauwelijks verbaasd door de resultaten van het onderzoek, zegt ze wanneer we die aan haar voorleggen. “Dit is een ontwikkeling die al jarenlang aan de gang is. Het schermgebruik neemt alleen maar verder toe. Uit andere onderzoeken blijkt dat het zelfs om drie tot vier uur per dag gaat. Dat de aantallen in dit onderzoek lager liggen, kan best komen doordat ouders ook niet precies weten hoeveel het nu is.”

Niet de realiteit

Okma zegt dat het lastig is om een richtlijn aan te geven voor het smartphone- en tabletgebruik van kinderen. “We hebben dat principe een beetje losgelaten. Eerst was het zo dat we zeiden: een kwartiertje per dag voor jonge kinderen en anderhalf uur per dag voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Maar je ziet dat dat niet de realiteit is, en dat ouders zeggen: “dat lukt mijn kinderen niet”. Je kunt er daarom beter op letten dat de balans klopt. Dat ze na hun schermtijd dus genoeg andere dingen te doen hebben.”

Onderbuikgevoel

De pedagoge geeft aan dat ouders ook naar hun onderbuikgevoel moeten blijven luisteren. “Vaak weet je wel wanneer het genoeg is geweest. Als de kinderen gaan hangen en ruziemaken, bijvoorbeeld. En waar ‘m nou de crux zit: je moet niet bang zijn voor het gezeur dat komt wanneer de tijd erop zit. Als ze zeggen: ‘Ik verveel me, ik weet niet wat ik nu moet doen?’, kun je gewoon antwoorden met: ‘Dan verveel je je maar’. Je zult zien: binnen vijf tot vijftien minuten hebben ze iets anders gevonden. We lijken als ouders bang te zijn voor dat schakelmoment, dat stellen we steeds uit. Maar dat hoeft niet.”

Lees ook
Zorgt het continurooster er écht voor dat kinderen te snel eten? Volgens deze scholen niet