Vier jaar lang stond cabaretier Sara Kroos door ziekte niet op het podium. Nu is ze terug met haar nieuwe voorstelling Prikkelarme kermis.
In het tv-programma Volle Zalen vertelt ze over haar angsten en hoe ze deze overwon.
Volle Zalen
Interviewer Cornald Maas begint het gesprek met de cabaretier over de vier jaar dat ze door angsten en ziekte niet in het theater stond. “Je hebt er vaker over verteld en er ook over geschreven; je bent misbruikt in je jeugd en later door de therapeut waarbij je in behandeling was.” Kroos: “Ja, in de vier jaar dat ik niet op het podium stond was ik te ziek en dacht ik dat ik nooit meer zou kunnen spelen.
Het was heel verdrietig dat hetgeen wat ik het liefste doe niet meer kon. Het was niet mijn prioriteit in die jaren, ik dacht niet: ik moet weer aan het werk, het was veel meer: ik moet weer herstellen. Beter worden en het leven weer kunnen leven, werk komt daarna. Maar het idee dat ik niet meer zou kunnen spelen en dat plezier niet meer zou hebben, omdat er ook heel veel pret en licht in mijn werk zit, vond ik heel verdrietig.”
Schaamte
Cornald Maas: “Hoe zagen je dagen eruit in die tijd? “Overleven klinkt meteen heel zwaar, maar het was meer overleven dan leven. Erover praten deed ik met mijn vrouw en een handjevol vrienden waarbij ik het toe durfde te laten. Het is een proces waar je niet heel gauw over praat. Er zit heel veel schaamte. Ik schaamde me heel erg voor wat er was gebeurd en voor hoe ik er aan toe was.”
“Schaamde je je ook voor het feit dat je het bijltje erbij neer moest leggen?” Kroos: “Ja, ook daar zat schaamte, omdat ik het zo jammer vond. Erachter zit natuurlijk ook de gedachte: als ik maar beter mijn best had gedaan, als ik maar harder gewerkt had. Eigenlijk is het meer een schaamte naar jezelf, en dat is helemaal niet constructief en ook niet werkelijk. Want je kunt niet door ‘beter je best te doen’ een ziekte eronder krijgen.”
Terugval
“Of ik bang ben voor een terugval? Ja. Ik zal zeker een aantal keer een terugval krijgen in mijn leven, dat is geen angst, dat is een gegeven. Iets waar ik vrij nuchter mee omga. Zo nu en dan zal het weer zwaarder worden, maar daar heb ik inmiddels voldoende daadkracht voor.
Ik heb mezelf veel beter leren kennen en weet wat ik nodig heb als het minder goed gaat. Ik kan dat zelf en ik vind het ook belangrijk dat ik dat zelf doe. Ik wil niet dat een ander, en zeker niet mijn kind, zich daarmee bezig hoeft te houden. Mijn zorgen moeten niet van haar worden.”
Toernee
“Dit jaar is mijn re-integratiejaar. Ik doe een hele kleine toernee, negen kleine zalen. Mensen weten dat ik lang niet heb gespeeld en dat ik met een script sta. Het is laagdrempelig en met die laagdrempeligheid kan ik uit de voeten. Ik hoef me niet groter of sterker voor te doen dan ik nu ben. Zoals ik aan het begin van de voorstelling ook zeg: ‘We gaan gewoon even kijken of het wat wordt.'”