Dineke van Esch is ongeneeslijk ziek: ze heeft longkanker en zal niet meer beter worden. Ondanks de voorspellingen, en zes weken in een hospice, leeft ze nog steeds en woont ze weer thuis.
Iets wat ze liever niet wilde.
Laatste fase
Zo vertelt ze in documentaireserie Tot het einde waar vrijwilligers worden gevolgd die mensen in de laatste fase van hun leven bijstaan. “Ik weet af en toe niet wat ik hiermee moet. Ik ben er nog steeds. Het is bijna onmenselijk”, aldus Dineke.
“Mijn cliëntes zijn allemaal uitbehandeld en die gaan meestal binnen drie maanden dood. Maar Dineke heeft nog twee verjaardagen gevierd. Ik hoop voor haar dat er niet nog een derde verjaardag gevierd gaat worden, want dat is niet wat ze wil. We zijn nu twee jaar verder en ze wordt ook meer een vriendin”, vertelt Lex die haar bijstaat in de laatste levensfase.
Band met Lex
Dineke voelt zich vaak slecht en wil graag naar een hospice. Iets waar ze op wacht, want je moet aan bepaalde voorwaarden voldoen. Met vrijwilliger Lex is ze close geworden in de loop der tijd, iets wat tegen zijn bedoeling ingaat. Hij wil zijn privéleven privé houden, iets wat Dineke liever zou willen delen.
“Ze wil meer dingen met me doen, waarvan ik denk dat dat iets is wat je met vrienden of dochter moet doen. Daar ben ik namelijk niet voor. Dat wil ik ook niet. Die grens geef ik wel duidelijk aan. Ze heeft een enorme behoefte aan aandacht, warmte en zorg om zich heen.”
Toch bezoekt hij haar verjaardag, pakken ze weleens samen een terras en proosten met een glas wijn en voor Dineke een sigaret. “Eerst zeggen ze dat ik dood ga en nu zit ik nota bene vegan taart te eten.” Lex: “Proost, op het leven dan maar. Zo lang als het duurt.”