De Meilandjes zijn weer eens toe aan een nieuw avontuur. Deze keer in Italië, waar ze zelf la dolce vita willen leven.
Maar zoals verwacht loopt weer helemaal niks als gepland.
De Meilandjes zijn weer eens toe aan een nieuw avontuur. Deze keer in Italië, waar ze zelf la dolce vita willen leven.
Maar zoals verwacht loopt weer helemaal niks als gepland.
Martien en zijn broer Jaap gaan alvast op reis samen, om de sfeer van hun nieuwe omgeving te proeven en om op vakantiehuizenjacht te gaan. Natuurlijk had de familie gehoopt op een heerlijk zonnetje in Italië. Maar helaas, het is er net zo grijs en nat als in ons kikkerlandje, constateren ze wanneer ze het vliegtuig uit rollen.
En als ze dan met de auto naar het hotel rijden – Martien: “Veel te groot, ik had een kleine gevraagd”, valt ze nog iets op: er moet tol worden betaald. Crditcard of cash, en de kaart doet het alvast niet. “Wat een gezeik, wat een geouwehoer”, moppert Martien.
Gelukkig doet de creditcard het even later wel. En dat is maar goed ook, want na een nachtje slapen in een fijn hotel is Martien wel toe aan een sessie therapeutisch shoppen. En daarvoor moet zijn kaart flink ronken: “Het is hartstikke duur hier, kijk eens hoeveel personeel hier rond loopt.”
Hij past meteen wat kleding van de damesafdeling. “For my daughter”, zegt hij tegen de verkoopster. “If they like it we will be back tomorrow.” Zo maak je meteen vrienden bij de plaatselijke middenstand.
En dan komen ze eindelijk aan bij het eerste pand wat de familie op het oog heeft. Een zeer sfeervol gebouw, echt Italiaans. Maar het ligt wel aan een drukke weg, zo wordt al snel duidelijk. De broers worden nog net niet van hun sokken gereden. “Hier ben ik wel gevoelig voor hoor, ik wil wel een beetje rust”, zucht Martien.
“Dat stond natuurlijk niet in de advertentie”, klaagt hij, terwijl de ene na de andere auto langsraast. Ongetwijfeld om die reden zitten alle ramen potdicht, en ruikt het volgens Martien “nogal muf”. “Hier hadden ze wel even een potje van die olie neer kunnen zetten.”
Nog een tegenvaller: binnen is geen enkel bereik. Om te bellen moeten ze weer naar buiten, en wordt het gesprek alweer door die auto’s verstoord.
Erica, Maxime en Montana kijken via de telefoon mee naar het huis, en verbazen zich vooral over de keuken. “Die is op kruishoogte! Waarom is alles zo klein?” Wanneer ze de drukke weg zien, zijn ze het er unaniem over eens: “Hier gaat een kruis door.”
Op naar het volgende huis. Dat ligt weliswaar niet aan een drukke weg, maar is nauwelijks bereikbaar. “Hier heb je sjerpa’s voor nodig”, concludeert de voice-over. Daar staat tegenover dat het uitzicht uit elk raam werkelijk adembenemend is.
En dan zit er ook nog een enorm stuk grond bij, vol met olijvenbomen. Hier maak je geen wijn maar olijfolie. Martien ziet het helemaal zitten. “Het is hier net Dynasty!”
Ook het derde huis bevalt wel. Nou ja, op één klein dingetje na. “Er ligt een schooltje naast. Met van die kindergeluiden. Of zou ik me daar gewoon overheen moeten zetten?” Broer Jaap ziet het positiever in: “In de zomer hebben die kinderen drie maanden vakantie.”
Ze besluiten erover na te denken in de plaatselijke trattoria, onder het genot van een goed wijntje. Martien moet voorproeven: “Daar heb ik zo’n hekel aan, alsof je dan nee gaat zeggen.” Gelukkig is de wijn heerlijk. En kunnen ze toch concluderen: “Alledrie deze huizen hier zijn het net niet. Er is altijd iets dat ik denk, nee.” Ze besluiten de zoektocht voort te zetten, ook buiten de Toscane. “Maar niet naar Puglia, want dat is ook Napels en dat is de maffia.” Wordt dus zonder twijfel vervolgd.