Vuurwerk. Voor de één een nostalgisch fenomeen dat bij oudjaarsnacht hoort, voor de ander een gevaarlijke, illegale hobby. En weer een ander pleegt er gruwelijke aanslagen mee.
Danny Ghosen onderzoekt het in de docuserie Explosief Nederland.
Danny Ghosen spreekt met vuurwerkbommenleggers: 'We gaan er niet van uit dat we kinderen raken, maar wat gebeurt, gebeurt'
Explosief Nederland
Niet alleen de kijkers, maar ook Danny Ghosen zelf luistert verbijsterd naar de verhalen van veelal jonge aanslagplegers. Jochies van tussen de vijftien en twintig jaar worden door zware criminelen ingehuurd om zakelijke conflicten, ruzies, relatieproblemen en ripdeals af te straffen met een allesvernietigende bom bij iemands huis of portiek. Ging het vroeger nog om granaten voor de deur, nu worden er zelf geknutselde of in het illegale circuit verkrijgbare Cobra’s en Shells in alle varianten gebruikt, alles nog verwoestender dan het ‘ouderwetse’ oorlogsmaterieel.
Als de leeftijd van de jonge bommenleggers – de jongste is nog maar vijftien – al niet schokkend genoeg is, dan zijn het wel hun ongeïnteresseerde antwoorden op de vragen van Danny. Dat er doden en gewonden kunnen vallen, zien ze hooguit als ‘collateral damage‘ (nevenschade). Er is duidelijk een ongeschreven code waarbij ze zo min mogelijk willen weten over hun opdracht, hun targets en hun opdrachtgevers. Dan hoeven ze er immers ook geen verantwoordelijkheid voor te dragen, en het maakt de pakkans gering.
Aanslagmakelaar
Eén van hen profileert zich zelfs als ‘aanslagmakelaar’, die ‘soldaten’ ronselt en aanstuurt. “Mensen die hiermee te maken krijgen, restaurants, ondernemers, praktijken; die zijn niet koosjer bezig, anders hadden ze dit niet.” Boven hem bepaalt een opdrachtgever hoe groot de schade moet zijn: “Moet er een deur uit, een heel huis uit, een heel blok uit? Dat is ook de prijscategorie. We gaan er niet van uit dat we kinderen raken, maar wat gebeurt, gebeurt.” Het vooruitzicht van een paar honderd tot zo’n duizend euro per klus maakt dat deze ‘soldaten’ er verder hun handen vanaf trekken, op het moment dat de Cobra ontploft.
Belgisch meisje (13) verliest vingers nadat jongeren vuurwerkbommen door keukenraam gooien
Oorlogswonden
Niet iedereen heeft per se slechte bedoelingen met het steeds zwaarder wordende knalwerk, dat overigens ook tot op zeker hoogte legaal gekocht kan worden over de grens. Maar ook daar onderschat men de kracht van het spul. Danny krimpt in elkaar wanneer een jongen hem in een donker bos een demonstratie geeft van de oplopende kracht van zijn knalcollectie.
Zo spreekt Danny een jongen die zijn halve hand eraf heeft geblazen. Een plastisch chirurg legt uit dat dit soort ongelukken – hij omschrijft ze als ‘oorlogswonden’ – onherstelbare schade veroorzaken. Door de kracht van de explosieven ontploft letterlijk alles in het lichaam. Geen ‘clean cut’, waarbij de chirurg eventueel nog lichaamsdelen opnieuw eraan kan zetten. De beelden die vervolgens getoond worden, zeggen meer dan woorden.
Handwerk en prutswerk
Danny gaat zelf ook over de grens in zijn zoektocht naar explosief materiaal. Zo spreekt hij een Nederlandse ondernemer die vlak over de Duitse grens zijn voormalig landgenoten in lange rijen bedient. En reist hij door naar Napels, de stad waar de maffia al generaties lang welig tiert en in lieflijke boerderijtjes door families met de hand vuurwerk wordt gemaakt, in een schuurtje op het erf.
Ze leggen hem uit dat het verschil tussen vakwerk en prutswerk je je leven kan kosten. En dat geldt zowel voor de kopers uit de onder- als bovenwereld. De gedachte dat in ons land steeds meer aanslagen plaatsvinden met gebruik van Cobra’s en ander levensgevaarlijk knalwerk, is angstaanjagend, net als de wetenschap dat al dat spul ook in woonwijken achter gesloten deuren ligt opgeslagen. Misschien ook wel in jouw buurt.
Jongen (8) die explosie Den Haag overleefde is 'fysiek ongeschonden': 'Mentaal is ander verhaal'
‘Explosief Nederland’ kijk je hier op Videoland.
Hieronder zie je de trailer:
Pas de privacy manager instellingen aan om dit YouTube item te kunnen bekijken.
