Candy Dulfer moet voorlopig niet denken aan een bezoekje aan een plastisch chirurg. De saxofoniste is “puur natuur” en “niet opgespoten.”
Dat zegt de 53-jarige Dulfer zaterdag in de AD-bijlage Mezza.
Candy Dulfer
Wel wacht de muzikante op de dag dat “ze ingrepen zo goed kunnen doen dat niemand het aan je kan zien”, bekent ze. Als dat mogelijk is, dan zou Dulfer haar wallen wel kwijt willen. “Die ik trouwens al sinds mijn twaalfde heb.” De saxofoniste zit nu minder met “de gevolgen van ouder worden” dan tien jaar geleden.
“En van sommige dingen ben ik pas later gaan houden. Mijn hazentanden bijvoorbeeld, waarvan de ene zelfs iets over de andere heen gaat. Vroeger vond ik dat erg, nu niet meer.” Dulfer is heel zuinig op haar tanden. “Want ik heb ze nodig voor het spelen. Ik loop al dertig jaar met mijn hand aan de leuning de trap af. Ik zal toch eens voorover vallen…”
Onder een vergrootglas
Volgens Dulfer is “iedereen ijdel” en is het daarom weleens moeilijk “als je in de picture staat en ouder wordt”. “Ik heb altijd hard gevochten om mezelf te kunnen zijn, in mijn muziek, op tv, op de hoes van mijn plaat. Als bekende muzikant en zeker als vrouw lig je nu eenmaal onder een vergrootglas. Mensen zien je graag op hun manier en dat vind ik moeilijk.”