Martina en Marcel Lebouille uit Valkenburg moesten in de zomer van 2021 samen met hun kinderen vluchten voor het stijgende water. Hun huis raakte onbewoonbaar en Martina liep PTSS op.
In Pointer vertellen zij hun verhaal.
Angst voor overstroming
Toen de stroom uitviel werd het voor Martina en Marcel tijd om uit huis te vertrekken. “Dan kon ik ook mijn dochtertje niet meer voeden in de nacht, toen was het snel babyvoeding pakken”, zegt Martina. Haar man Marcel tegen presentator Ersin Kiris: “Kleertjes voor een nacht of twee drie, luiers meenemen en in de auto stappen.”
Op dat moment kwam bij Martina veel angst naar boven. “Ik bevroor, ik raakte in paniek. Daar zijn bij mij de nachtmerries begonnen.” Ze laat het filmpje dat ze vanuit de auto maakte aan Ersin zien. “Je rijdt dan gewoon door het water”, ziet hij.
Huis onbewoonbaar
Het gezin moest anderhalf jaar hun huis uit, omdat het na de overstroming onbewoonbaar was. Ook moesten ze tienduizenden euro’s bijleggen om de schade te herstellen. “Ik heb daarna dagen, maanden, niet meer geslapen”, zegt Martina. “Slecht gegeten en geslapen. Ik heb toen wel de diagnose PTSS gekregen.”
Ersin vraagt op welk moment Martina in haar nachtmerries opnieuw beleefde. “Voornamelijk de nacht dat we hier zaten”, legt ze uit. “Dan gaat het alle kanten uit. In de kelder, het moment dat ik dat water zie. Dan droom ik erover dat het erger is of dat het er helemaal niet is. Het ergst is het moment dat ik met mijn zoontje door de straat loop en dat hij uit mijn handen wordt gerukt omdat ik val. Iets wat ook bijna was gebeurd.”
Martina en Marcel zijn naar de gemeente toegestapt met hun zorgen. “Van: ‘Goh, jullie zeggen veel, maar wat gebeurt er nu eigenlijk?’ Daar zijn we eigenlijk nog steeds op aan het wachten”, legt Martina uit. Marcel zegt dat er in de ogen van veel mensen niet genoeg gebeurt.
Martina is af en toe nog bang. “Ik reed laatst richting Gulpen en ik zag de Geul daar gewoon weer superhoog staan. Dan staan bij mij alweer de nekharen overeind: dan moet ik het in Valkenburg ook in de gaten houden.”