Het kabinet ziet definitief af van het afschaffen van de dividendbelasting. Dat heeft premier Rutte zojuist bekendgemaakt, na coalitieoverleg.
Tegen de omstreden maatregel was al veel verzet.
Heroverwegen
Het kabinet liet onlangs al weten de maatregel te heroverwegen. “We hebben gezocht naar een goed pakket voor bedrijfsleven dat meer draagkracht heeft”, zei de premier na het coalitieoverleg. Welke maatregelen er precies gaan volgen, wilde Rutte niet zeggen. Daarvoor wil hij eerst de Kamer informeren.
1,9 miljard euro
Het bedrag dat via de dividendbelasting wordt binnengehaald, gaat niet naar de publieke sector, waar velen voor pleitten. Ook de oppositie drong aan op geld voor de publieke sector. Het geld gaat echter naar het bedrijfsleven. Het gaat volgend jaar dan over een bedrag van 1,9 miljard euro.
Unilever
Rutte beweerde na het overleg dat de afschaffing van de dividendbelasting nooit was bedoeld voor één enkel bedrijf. Unilever werd vaak genoemd in die context, maar dat bedrijf besloot vorige week de voorgenomen verhuizing van het hoofdkantoor naar Nederland op de lange baan te schuiven. “Een belangrijke test case van het succes van zo’n maatregel ging vorige week niet goed”, aldus Rutte.
Vurig verdedigd
De premier heeft de maatregel het afgelopen jaar vurig verdedigd. Volgens hem zou de afschaffing van de dividendbelasting goed zijn voor het vestigingsklimaat voor grote bedrijven, dat voelde hij ’tot in zijn diepste vezels’.
Start je dag met een verse dosis nieuws in je mailbox – geselecteerd door de redactie van LINDAnieuws. Schrijf je hier in voor onze ochtendnieuwsbrief en begin je dag goed geïnformeerd.