Jacques d’Ancona is vorige week vrijdag overleden. De journalist en tv-persoonlijkheid hield de afgelopen jaren bewust geheim dat hij gezondheidsproblemen had.
Hij wilde niet dat iemand het wist, vertelt zijn partner Hans Langhout in De Telegraaf.
Begrafenis
Volgende week maandag is de begrafenis. “Het zal je niet verbazen dat hij heel wat heeft geregeld. We brengen hem terug naar Groningen en daar nemen we volgende week maandag afscheid in Martini Plaza. Het wordt een afscheid dat bij Jacques past en waar ook de theaterwereld afscheid kan nemen. Ik ken geen criticus die met zoveel liefde voor het vak zijn recensies schreef. Hij heeft zelf vijf sterren verdiend.”
Vier jaar geleden kreeg d’Ancona gezondheidsproblemen. “Net boven het hart zat een aneurysma, vijf kransslagaders waren redelijk verstopt, hij had een falende nierfunctie en er waren nog wat zaken waar iets aan gedaan moest worden. Een operatie zou te zwaar en ingrijpend zijn, en de kans op herstel niet heel groot.”
Volgens Langhout waren enkel een paar familieleden en vrienden op de hoogte. Ook de krant Dagblad van het Noorden, waar de 86-jarige D’Ancona nog voor schreef, mocht het niet weten. “Hij was bang dat het Dagblad van het Noorden hem niet meer op pad zou sturen uit vrees dat hij op een avond dood in het theater zou zitten. Hij hobbelde door.”
In het ziekenhuis
De bekende juryvoorzitter deed voor de zomer nog een keer Op1 en was te zien in De Geknipte Gast. En dat was het laatste. Twaalf dagen voor afgelopen vrijdag ging het mis.
“Kreeg hij het weer benauwd. We hadden nog bijna ruzie omdat ik er een dokter bij wilde halen en hij dat allemaal maar onzin vond in het weekend; aanstellerij! Ik heb hem niet naar de huisarts gebracht, maar naar de spoedeisende hulp en meteen werd hij opgenomen. Vijf dagen heeft hij in het ziekenhuis gelegen, weer met hart- en nierproblemen en vocht achter de longen, maar veel konden ze niet voor hem doen. ’Dan ga ik naar een verzorgingstehuis en dood’, zei hij. En hij was heel rustig. Na die vijfde dag heb ik Jacques mee naar huis genomen in Paterswolde en hem verzorgd. Vrijdag ging hij even liggen en was hij weg, terwijl ik bij hem was.”