Twee woorden, die de basis vormen van een gemiddeld zeven jaar lang durende leugen: ‘Sinterklaas bestaat’. Een leugentje om bestwil of pedagogisch onjuist? De Volkskrant zoekt het uit.
Liegen over Sinterklaas: of dat erg is en wanneer je dan wél de waarheid moet vertellen
Ook volwassenen hebben behoefte aan de fantasiewereld rondom de goedheiligman, zo blijkt uit het artikel in de Volkskrant.
Buurman speelt Sinterklaas
‘Dat is een hulpsint’ of ‘Ja, maar bij óns komt-ie met zijn magische sleutel gewoon door de voordeur’. Wie dit nog nooit tegen zijn kind gezegd heeft, mag zijn hand opsteken. Elk jaar, wanneer de bladeren beginnen te vallen, laten we onze kinderen weer massaal in de grootste leugen van Nederland trappen. Bij jonge kinderen lopen fantasie en realiteit door elkaar heen, stelt historisch pedagoog Mineke van Essen in ‘de Volkskrant’. Daardoor zetten ze dus geen vraagtekens bij de bebaarde man met mijter, die wel érg veel op de buurman lijkt.
Magische fantasie
Maar is dat erg? Kort antwoord: nee. Langer antwoord: nee, je moet je kinderen die magische fantasie ook niet misgunnen. Langste antwoord: lees je hier terug. Maar wat als je kind eigenlijk net iets te lang in de goedheiligman blijft geloven? Ook daar heeft de Volkskrant een aantal experts hun plasje over laten doen. “Geloven kan ook een soort houvast zijn. En hoe fijn dat ook is, op een gegeven moment is het klaar.” Sinterklaas moet er dus hoe dan ook aan geloven, wanneer de tijd rijp is.
Lees ook
Geen regen en volop zonneschijn tijdens Sinterklaasintocht 2018