Vorige week schreven we over de langetermijngevolgen van kanker. Kankerpatiënten zouden hier slecht over geïnformeerd worden. Wij belden met Paola Papen.
Paola genas van borstkanker, maar wist weinig over de nasleep van haar ziekte.
Vorige week schreven we over de langetermijngevolgen van kanker. Kankerpatiënten zouden hier slecht over geïnformeerd worden. Wij belden met Paola Papen.
Paola genas van borstkanker, maar wist weinig over de nasleep van haar ziekte.
“Bij mij is in 2012 borstkanker ontdekt. Destijds heb ik een borstamputatie en een aantal maanden lang chemo gehad. Alsof dat nog niet genoeg was, kreeg ik daarna nog vijf jaar hormoontherapie. Ik ben oncologisch stabiel, dus voor zover ik nu weet heb ik geen kanker meer, maar er is een kans dat het terugkomt. Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar niet veel mee bezig ben, maar het vertrouwen in mijn lijf is wel weg. Ik ben een heel blij en positief mens, gezegend dat ik nog leef en dat die behandelingen hielpen, maar ik ben niet meer wie ik was voordat ik kanker kreeg.”
“Chemotherapie maakt alle kankercellen die het tegenkomt kapot, maar het maakt ook meer kapot in je lijf. Ik ben er heel ziek van geweest, kon de trap niet eens oplopen. Net na mijn borstamputatie kreeg ik een strakke band om mijn borsten om te zorgen dat er minder vocht bij zou komen. Mijn man keek in het begin ter controle, omdat ik mijn litteken niet wilde zien. De eerste keer dat ik het litteken van mijn geamputeerde rechterborst zag, vond ik dat heel erg. Ik heb uren onder de douche gehuild en durfde tot twee jaar daarna niet in de spiegel te kijken. Nu is dat weg. Dit is mijn lijf en ik ben er trots op. Ik voel me écht niet minder vrouw nu ik maar één borst heb.”
“Na mijn ziekte kan ik veel dingen niet meer. Ik ben extreem vermoeid, moet alles plannen en veel rusten. Ook leuke dingen kosten energie. De tijd dat ik alles kon doen wat ik wilde is voorbij. Ik moet keuzes maken en dat is lastig. Het is iets wat de rest van je leven blijft. Na de kanker moest ik mezelf weer vinden. Ik wil weer zijn wie ik was voordat ik ziek werd, maar dat kan niet meer. Een leuk leven blijven houden is soms bijzonder lastig. Regelmatig heb ik minder kracht in mijn arm, veel pijn door de strakke huid om mijn ribben en last van een ‘chemobrein’: ik kan minder goed dingen onthouden en heb ook minder concentratie, alsof er een mist in m’n hoofd is. ”
“Vanuit het ziekenhuis kreeg ik oncologisch maatschappelijk werk aangeboden en iemand heeft me geholpen om weer een balans te vinden in mijn leven. Dit is wat mijn lijf en leven nu is, dus moet ik het ermee doen. Daar is in het begin wel aandacht voor geweest. De artsen kennen de nasleep van kanker allemaal, maar doen er niet genoeg mee. Daarom is er weinig hulp. Ik moet wel zeggen dat er nu meer aandacht voor is; verenigingen zijn actief om artsen erop aan te spreken dat ze ook rekening moeten houden met de nasleep van de ziekte. Dat is goed, want ik zag mijn oncoloog tijdens de hormoontherapie maar één keer per jaar en tijdens de chemobehandelingen wat vaker. Voor de rest moest ik zelf maar een weg zoeken.”
Lees ook
‘Kankerpatiënten worden slecht geïnformeerd over langetermijngevolgen’
“Hoe ga je om met de gevolgen van heftige behandelingen op je lijf? Daar heb ik toentertijd niets over gehoord. Als ik terug kon in de tijd had ik waarschijnlijk dezelfde keuze gemaakt om chemo te gebruiken, want je wil genezen en alles aangrijpen om beter te worden. Het leven is niet meer hetzelfde. De kanker heeft impact op me gehad, maar ik ben zó blij dat ik nog leef. Ik probeer een weg te vinden in het lijf dat ik nu heb.”