Mariëlle* wilde graag nog een kind. Vlak na haar chemokuur raakt ze zwanger. Maar artsen adviseren een abortus, anders wordt ze haar eigen ‘kankerfabriek’.
“Nu, ruim tien jaar later, heb ik er nog steeds verdriet van.”
Mariëlle* wilde graag nog een kind. Vlak na haar chemokuur raakt ze zwanger. Maar artsen adviseren een abortus, anders wordt ze haar eigen ‘kankerfabriek’.
“Nu, ruim tien jaar later, heb ik er nog steeds verdriet van.”
Om kinderen te kunnen krijgen, moet Mariëlle hormonen gebruiken, want één van haar eierstokken werkt niet meer en de andere is verkleefd. Met succes: “Wonder boven wonder heb ik twee kinderen gekregen.” Wel loopt de relatie met hun vader na een paar jaar op de klippen.
Drie jaar na de geboorte van de jongste, Mariëlle is dan 34, wordt borstkanker met uitzaaiing naar de oksel ontdekt. Het gaat om een hormoongevoelige tumor. Ze ondergaat een operatie en chemotherapie.
Vervolgens krijgt ze, zoals alle vrouwen van die leeftijd, de oproep voor het HPV-bevolkingsonderzoek. De huisarts constateert in haar uitstrijkje onrustige cellen (PAP 4a), wat kan wijzen op een voorstadium van baarmoederhalskanker. Ze ondergaat een lisexcisie, waarbij de gynaecoloog het afwijkende weefsel ‘weg schilt’.
Mariëlle: “Dit gebeurde vlak na mijn laatste chemokuur. Mij was verteld dat ik door de afgenomen werking van mijn eierstokken verminderd vruchtbaar was. Door de chemo en lisexcisie werd de kans dat ik nog kinderen kon krijgen gereduceerd tot praktisch nul. Maar ook dat ik geen kinderen meer mócht krijgen vanwege de hormoongevoelige tumor. Ik vond dit erg verdrietig, maar ook realistisch en was blij met de kinderen die ik al heb.”
Tijdens haar ziekte krijgt ze een relatie met haar huidige man. “Hij heeft me verschrikkelijk gesteund. Wij gebruikten geen anticonceptie, ik was immers onvruchtbaar. Een maand na mijn lisexcisie en dus twee maanden na de laatste chemotherapie ontdekte ik dat ik toch zwanger was. Ik was verbaasd en blij en verdrietig tegelijk. Hoe was dit mogelijk! Dit kindje wilde er schijnbaar zo ontzettend graag zijn en het was zo gewenst en gewild.”
Maar ervan genieten kan niet. “De gynaecoloog adviseerde ons na overleg met het medisch team de zwangerschap af te breken. Van alles wat er in mijn leven is gebeurd, vond ik dit het ergste. De keuze was onmenselijk, want nogmaals: dit kindje wilde er zo graag zijn. Ik was ‘onvruchtbaar’ en toch zwanger. De kans dat mijn kanker terug zou komen, was erg groot. Men was bang dat ik door de zwangerschap mijn eigen ‘kankerfabriek’ zou zijn, vanwege de hormoongevoeligheid van mijn kanker en de hormonen die een vrouw aanmaakt tijdens de zwangerschap.”
“Vanuit het medisch team werd aangegeven: ‘Als de kanker terugkomt, zijn er straks drie kinderen zonder moeder – en anders heb je twee kinderen en een grotere overlevingskans. Je moet denken aan de kinderen die je al hebt.”
“Uiteindelijk hebben wij de keuze gemaakt de zwangerschap daadwerkelijk af te breken. Het was bizar, dat mensje in mijn buik, alle hormonen die al door je lijf gaan. Iets zo graag willen. Ik heb een ruggenprik gekregen en ben fantastisch begeleid door het team. Ik ging huilend de operatiekamer in en kwam er huilend uit.”
“Nu, ruim tien jaar later, heb ik er nog steeds verdriet van. Maar ik ben een positief denkend mens en denk dat dat helpt. De medische wetenschap heeft ondertussen niet stilgestaan, onlangs hoorde ik dat de artsen tegenwoordig niet meer het advies geven om geen kinderen te krijgen bij een hormoongevoelige tumor. Dat vond ik pijnlijk en het rakelde alles weer op.”
“Ik vertel dit omdat ik anderen, die iets soortgelijks hebben meegemaakt, een hart onder de riem wil steken. Ik voelde en voel me in deze situatie best alleen met mijn verdriet en de schaamte was te groot. Er rust toch een taboe op dit soort zaken, terwijl die schaamte helemaal niet nodig is.”
*Mariëlle is niet haar echte naam
Deze 762 vrouwen raakten ongepland zwanger: 'Mijn moeder gaf mij de schuld'Lees ook Zwanger na mislukte sterilisatie: 'De uroloog zei sorry'Lees ookDe situatie is tegenwoordig anders dan toen Mariëlle tien jaar geleden ongepland zwanger raakte. Christianne Lok is gynaecologisch oncoloog en zit in de Landelijke Adviesgroep ‘Kanker tijdens Zwangerschap’.
In Nederland krijgen jaarlijks tussen de 170 en 350 zwangere vrouwen kanker. “We denken hier absoluut anders over dan tien jaar geleden, maar het is wel heel afhankelijk van de soort borstkanker. Ieder mens is anders, iedere tumor ook. Je kunt nooit een algemene opmerking maken dat het nu altijd wel kan.”
“Je moet echt heel zorgvuldig per situatie bekijken of het verstandig is om een zwangerschap te behouden. En kijken naar het type kanker, het stadium en hoe lang de zwangerschap is. Daar zijn richtlijnen voor. Er zijn nog steeds gevallen waarin we afbreuk adviseren, maar het is wel absoluut waar dat tegenwoordig minder snel wordt afgebroken.”
“Sterker nog, als wij een zwangere patiënte met kanker hebben, geven we ook in de zwangerschap chemotherapie. Zodat je dat niet hoeft uit te stellen. Er worden dus baby’s geboren die vroeger niet geboren zou worden. En onze adviesgroep met experts kan meedenken met een patiënte, dat helpt ook bij het maken van een keuze.”
Het behandelen van kanker tijdens een zwangerschap is bovendien minder schadelijk voor de baby dan gedacht. Voor moeder en baby is het vaak beter om niet tot na de bevalling te wachten met opereren of chemokuren.