Jelle Brandt Corstius moet zich alsnog verantwoorden voor de strafrechter voor het uiten van beschuldigingen van verkrachting aan het adres van Gijs van Dam.
Dat heeft het gerechtshof Amsterdam dinsdag bepaald.
Klacht
Eerder had het Openbaar Ministerie (OM) besloten hem niet te vervolgen, maar daartegen had tv-producent Van Dam bezwaar gemaakt. Hij spreekt de aantijgingen tegen. Het hof vindt de klacht van Van Dam nu dus gegrond.
Brandt Corstius deed zijn beschuldigingen in 2017 in het dagblad Trouw, het tv-programma DWDD en in het Radio 1 Journaal, zonder de naam van zijn vermeende verkrachter te noemen. Wel bevestigde hij later dat het een man betrof die tegelijk met hem had gewerkt bij het programma Barend en Van Dorp. Naar aanleiding van deze uitlatingen werd Van Dam onderwerp van speculaties.
Narigheid
Brandt Corstius zegt zich geen zorgen te maken over de rechtszaak, zo schrijft hij op Medium.com. ‘Iedereen die de moeite neemt om het stuk te lezen, zal concluderen dat de naam van Van Dam niet te traceren is. Jammer vind ik het wel. Deze zaak gaat alleen maar narigheid opleveren voor beide partijen en hun naasten.’
‘De afgelopen jaren heb ik tevergeefs geprobeerd de andere partij daarvan te overtuigen via mediation en bemiddeling door advocaten en gemeenschappelijke vrienden’, gaat de journalist verder. ‘Ik was ervan overtuigd dat de enige manier voorwaarts is om met elkaar in gesprek te gaan, niet via de media, advocaten en rechtszaken maar face to face. Ik zit met een hoop vragen, en ik kan mij voorstellen dat Van Dam die ook heeft. Deze rechtszaak kent alleen maar verliezers.’