Kirstie (21) werkt als wijkverpleger en verzorgt onder meer haar eigen oma. Drie à vier keer per week gaat ze bij haar langs en dat zorgt voor een bijzondere band.
“We hebben de grootste lol samen”, vertelt Kirstie.
Oma
Kirstie was nog stagiaire toen haar oma een baan in de thuiszorg voor haar regelde. “Mijn oma schepte zo over me op dat haar wijkverpleegsters vroegen of ik wilde komen solliciteren na het afronden van mijn opleiding. Een tak van zorg waar ik toen niet per se iets mee had. Maar mijn oma had gelijk, want na twee jaar werk ik nog altijd met veel plezier bij de mensen achter de voordeur.”
Wel had Kirstie één voorwaarde toen ze een krabbel zette onder haar contract. Ze wilde niet haar eigen oma verzorgen. “Zeker toen ik begon in de wijkverpleging, vond ik het een gek idee. Het kan namelijk nogal intiem zijn. En dan heb ik het niet over het uit- en aantrekken van haar steunkousen. Maar de tijden zijn veranderd en daarmee ook mijn visie. Het besmettingsgevaar voor mijn oma neemt af wanneer zij zo min mogelijk verschillende contacten heeft. Ik neem de zorg daarom liever zoveel mogelijk op me. Daarbij heb ik nu zoveel blote lijven gezien, dat ik nergens meer van opkijk.”
Kleindochter versus verpleger
Al vond Kirstie het wassen van haar oma’s lichaam – in tegenstelling tot haar oma – wel een wat ongemakkelijk idee. “Mijn oma wordt immers iedere dag door een ander gewassen, dat is ze inmiddels gewend. Maar ik was bang dat ze niet meer dat aangeklede dametje zou zijn, van wie ik een extra koekje krijg bij de thee, maar een lichaam waar ik zorg voor draag. Een belachelijke gedachte achteraf, want er is niets ongemakkelijks aan. We hebben de grootste lol samen en onze band is door het bijna dagelijkse contact sterker dan ooit.”
De band tussen Kirstie en haar oma is wel veranderd. “Omdat ik meer kennis heb opgedaan, lopen de rollen van kleindochter en verpleegkundige sinds we elkaar zo veel zien een beetje door elkaar heen. Ik ben continu aan het zorgen, maar als ik in uniform kom voel ik me de verpleegkundige en beantwoord ik haar vragen over het virus. En wanneer ik aan het einde van de dag een visje kom brengen en we diepere gesprekken voeren, voel ik me de kleindochter.”
Voor beide rollen krijgt Kirstie ontzettend veel waardering van haar oma en de familie. “De erkenning voor mijn werk in het algemeen – en van mijn familie in het bijzonder – is enorm. Mijn collega’s en ik worden overladen met cadeautjes, briefjes en complimenten. Qua gezondheid is het misschien een verschrikkelijke tijd, maar het brengt ons ook weer heel veel liefde. In mijn geval extra liefde voor mijn oma – liefde die ik voor geen goud zou willen missen.”