De mondkapjesplicht is sinds 1 december vol van kracht. Nazrien Ozir (45) uit Den Haag heeft een ontheffing voor het dragen van een mondkapje.
En nee, die heeft ze niet omdat ze geen zin in heeft in zo’n blauw-witte rakker.
Ontheffing mondkapje
Sinds 1 december moet iedereen in publieke binnenruimtes zo’n kapje op, tenzij je een ontheffing hebt. Die uitzondering geldt voor mensen die wegens een, zowel zichtbare als onzichtbare, beperking of ziekte geen mondkapje kunnen dragen. Denk bijvoorbeeld aan mensen met een gezichts- of longaandoening, mensen die afhankelijk zijn van non-verbale communicatie zoals liplezen en mensen met een verstandelijke beperking of psychische aandoening.
Als je bij een van deze groepen hoort, moet je dat wel kunnen bewijzen met een medische verklaring, een vrijstellingskaartje met een handtekening van een arts of het tonen van medicatie. Op deze manier kun je geen boete krijgen van een handhaver en kun je jezelf nader verklaren aan bijvoorbeeld winkelpersoneel.
Angstaanvallen
Ozir is herstellende van een burn-out, heeft een Functioneel Neurologische Stoornis en last van angstaanvallen. Dit leidt soms tot hyperventilatie, waarbij Ozir het gevoel heeft dat ze adem tekort komt. Ze draagt een verklaring bij zich: “Ik draag altijd een brief van de huisarts bij me, maar die heb ik tot nu toe nog nergens hoeven laten zien.”
De aanvallen worden meestal getriggerd door drukke plekken, vertelt Ozir. “Ik vind het juist fijn dat het door corona wat rustiger is op straat, maar in de supermarkt gaat dat helaas niet op. Als het ergens druk is of als ik in de rij moet staan, voel ik me al snel niet op mijn gemak. Dat veroorzaakt de aanvallen.”
“Ik focus me dan op mijn ademhaling en leg mijn hand op mijn buik om dat te begeleiden, maar met een kapje op is het heel moeilijk onder controle te krijgen. Het voelt alsof ik te weinig zuurstof binnen krijg, wat het alleen maar erger maakt. Het is een soort cirkel van angsten op zo’n moment.”
Supermarkt
Meestal draagt Ozir wel een masker als ze naar de supermarkt gaat, maar dan alleen over haar mond. “Soms wissel ik het ook af: kapje vijf minuten op, vijf minuten half, om even wat bij te komen. Ik weet dat dit zo niet effectief is, maar het helpt discussies voorkomen. Ik heb het idee dat de lontjes alleen maar korter worden en wil ruzie proberen te vermijden. Mensen zeggen niet zo snel iets als je een kapje maar half op hebt.”
“Laat ik duidelijk zijn: ik probeer publieke plekken en drukte te vermijden, maar soms lukt dat simpelweg niet. Ik ontsmet en was mijn handen vaak en houd zo goed mogelijk afstand, ga niet samen met een vreemde in een lift staan. Alleen het kapje is voor mij echt lastig.”
De regels zijn er niet voor niets, vindt Ozir. “Ik ben absoluut geen wappie die er uit principe tegen is. Die mensen beseffen niet hoe goed ze het hebben in een vrij land als Nederland. Je moet gewoon doen wat je kunt om je naasten te beschermen.”