Terwijl het hele land zoveel mogelijk vanuit huis werkt, trekken onze zorghelden dagelijks naar de frontlinie in de strijd tegen corona. Hoe is dat voor hen?
Marjol Horselenberg, hoofd spoedeisende hulp: ‘We voelen druk om niet ziek te worden’
LINDA.nl sprak Marjol Horselenberg die leiding geeft aan de spoedeisende hulp in het Amsterdamse UMC locatie VUmc. Daarnaast is ze moeder van drie kinderen die ze bij verschillende buren onderbrengt, omdat haar man ook in een ziekenhuis werkt.
Dinsdagavond klapte Nederland massaal voor alle zorghelden? Hoe vond je dat?
“Indrukwekkend! Ik was mijn kind in bed aan het leggen en snapte eerst niet wat dat voor herrie buiten was. Uit het raam zag ik toen de buren met pollepels op pannen slaan en dacht: ‘wat doen die gekken’. Maar toen kreeg ik steeds meer appjes binnen, ook van collega’s. We waren er allemaal erg van onder de indruk. Deze actie had mij nog niet bereikt. Ik zit de hele dag zo in de bubbel van het ziekenhuis, dus het kwam echt als een verrassing. Maar heel mooi, het raakte ons zeker.”
Heb je het gevoel dat er voldoende waardering is voor alle medewerkers in de zorg?
“Ja, zeker wel. Als je ziet wat er nu allemaal voor initiatieven zijn. Van de week bracht de bloemenveiling bijvoorbeeld allemaal bloemen bij ons langs. Mensen komen taarten brengen, of fruitboxen. Dat is heel mooi. Ook zie ik een enorme bereidheid onder alle medewerkers of collega’s.”
Lees ook
Koninklijke familie én Nederland klapt voor Hollandse helden: de hulpverleners
Hoe is het om je kinderen elke dag achter te laten als jij naar het ziekenhuis gaat?
“Als ik ’s ochtends wegga is dat niet zo moeilijk, want dan slapen ze allemaal nog. Zodra ik op mijn werk ben, ben ik ook te druk om daar bij stil te staan. Maar aan het einde van de dag denk ik: ‘ik moet nu echt naar huis, want ik wil ze nog wel even zien’. En dan kruip ik als zij in bed liggen weer achter mijn computer om dingen te regelen. Ik heb gelukkig heel veel hulp van vrienden en buren, maar voor mijn kinderen is het toch vreemd. Zij zien natuurlijk dat de meeste ouders nu thuis zijn, en in hun ogen zijn die allemaal vrij en zijn wij de enigen die nog aan het werk zijn.”
Hoe vinden je kinderen dat?
“Ze zijn volgens mij best wel een beetje trots op ons. Ook hebben ze veel vragen over corona. Ik denk niet dat ze zich zorgen maken, omdat wij ze hebben uitgelegd dat wij als gezonde mensen niet zo veel risico lopen. En dat wij op het werk, als we patiënten met corona zien, allerlei bescherming hebben om te zorgen dat wij het niet kunnen krijgen.”
Ben je niet bang om zelf ook ziek te worden, nu al veel ziekenhuismedewerkers positief zijn getest op corona?
“Ja, je weet niet of zij het op het werk of in hun vrije tijd hebben opgelopen, maar in de ziekenhuizen zijn wel allemaal regels gesteld om veel afstand te houden, niet met te veel mensen in een ruimte te zitten. Iedereen is zich ervan bewust dat het belangrijk is om die regels goed na te leven, want we voelen ook de druk dat wij nu niet ziek mogen worden. Dus wat dat betreft ben ik wel bang om ziek te worden, ik wil kunnen blijven werken, privé ben ik niet bang.”
Wat gebeurt er als een patiënt met coronaverschijnselen bij jullie binnenkomt?
“Onze spoedeisende hulp is nu in tweeën gedeeld. In de zogenoemde ‘coronastreet’ vangen we alle coronaverdenkingen op in aparte kamers en strikt gescheiden van de andere patiënten van wie we denken zeker te weten dat ze geen corona hebben. Dan gaan we testen en willen we ze zo snel mogelijk doorplaatsen. Als ze naar huis kunnen, wachten ze thuis de uitslag af. Daarnaast hebben we speciale verpleegafdelingen voor coronapatiënten en als het echt heel slecht gaat, gaan ze naar een apart deel van de intensive care.”
Lees ook
Volgende golf komt er aan: tussen 500 en 1000 coronapatiënten
op IC verwacht
Wat gebeurt er als er te veel patiënten naar het ziekenhuis komen?
“We werken als spoedeisende hulp in noodscenario’s, waarin we kunnen opschalen en we zitten nu pas in fase 1. Wat er komen gaat, weten we niet, maar we bereiden ons voor op heel veel patiënten. Als de toestroom van coronapatiënten op de spoedeisende hulp te groot wordt, gaan we over naar fase 2. Dan vangen we patiënten eerst op in portakabins op de parkeerplaats.
Daar maken we een inschatting hoe ziek iemand is en bepalen we de vervolgroute, naar welke afdeling van het ziekenhuis we ze doorverwijzen. Die cabines worden vandaag alvast geplaatst. In fase 3 of 4 doen we die eerste opvang in een soort veldhospitaal, ingericht in onze ambulancehal. In fase 4 is de eerste opvang in de ambulances zelf, maar zo’n situatie is niet langdurig vol te houden, want dat is zeer belastend voor je personeel. Die beschermpakken zijn ook wel echt zwaar om in te werken. Dat hou je niet de hele dag vol.”
Zo’n patiënt komt meestal niet alleen. Hoe werkt dat met familie die iemand begeleidt?
“Familie is in principe niet welkom. Dat klinkt heel hard, maar familie is al lange tijd in aanraking gekomen met zo’n patiënt en daarom een risico voor andere patiënten en medewerkers. Dus familie gaat naar huis en we houden telefonisch contact.”
Eerder waren er zorgen over de capaciteit van de spoedeisende hulp in Amsterdam na de sluiting van het Slotervaartziekenhuis. Hoe gaat dat nu?
“Alle ziekenhuizen in Amsterdam zitten nu in opgeschaalde fase en je merkt dat de bereidheid onder personeel om te komen werken heel groot is. Oud-medewerkers geven aan weer te willen komen helpen. Die hebben we nu nog niet nodig, voorlopig redden we het met ons vaste personeel.
We hebben andere afdelingen in het ziekenhuis zo veel mogelijk afgeschaald, zoals poliklinieken en operatiekamers, om de middelen en dat personeel ook in te kunnen zetten als dat nodig is in de volgende fases. We werken dat vrijgemaakte personeel nu al in, zodat ze meteen kunnen inspringen op de intensive cares als dat nodig is. En de normale spoedeisende hulp moet natuurlijk ook door blijven gaan, maar je ziet wel dat die stroom afneemt doordat mensen veel thuis zijn.”
Hoe kijk je tegen de situatie in Italië aan?
“De cijfers in Italië zijn heel schokkend. Ik denk dat de Nederlandse ziekenhuizen nu heel goed zijn voorbereid op wat er nog kan komen. Wij hebben wel geleerd van wat daar is gebeurd, en ook in Wuhan. Maar ik ga ervan uit dat dit hier ook lang kan gaan duren.”
Waar maak je je het meeste zorgen om?
“Het tekort aan materialen. Dat is heel dringend, vooral mondkapjes en spatbrillen. Die worden nu al landelijk centraal verdeeld over de plekken waar ze het hardst nodig zijn. We zijn nu aan het kijken of we die kunnen recyclen. Ik vind wel dat de mensen die in de zorg werken optimale bescherming moeten krijgen.”
Hoe kan het dat daar een tekort aan is?
“Dat tekort komt enerzijds doordat ziekenhuizen geen grote voorraden meer willen hebben, en anderzijds doordat de productie in China stil ligt. Maar het komt ook doordat particulieren die middelen massaal zijn gaan hamsteren. Misschien hebben we voldoende beschermingsmiddelen in Nederland, maar liggen de voorraden nu op de verkeerde plekken, bij de particulieren in de kast. We leggen de beschermingsmiddelen in het ziekenhuis ook niet meer in het zicht, zodat mensen ze niet meer zo maar kunnen pakken.”
Nemen Nederlanders corona voldoende serieus?
“Inmiddels, na de speech van Rutte maandag, denk ik wel. Maar je ziet dat na de aankondiging van de maatregelen donderdag veel mensen daar nog veel te makkelijk mee om zijn gegaan. De adviezen waren wel duidelijk genoeg, maar die zijn afgelopen weekend nog niet voldoende opgevolgd. Mensen kwamen nog gewoon bijeen in grote groepen.
En mensen die terugkwamen uit bijvoorbeeld wintersportgebieden waar een lockdown werd aangekondigd, sloten zich niet volledig af. Dat heeft gevolgen voor de verspreiding. Een stad of dorp krijgt niet zomaar een lockdown. Dus als je dan last minute zo’n gebied ontvlucht, ben je een potentieel risico. Dat was denk ik nog niet geland bij veel mensen.”
Ben je zelf getest?
“Nee, want ik heb nog geen klachten. Op het moment dat iemand in mijn team milde klachten heeft, moet hij of zij direct stoppen met werken, ook met neusverkoudheid. Als er een kans is dat mijn man of ik een coronabesmetting heeft, dan gaan we apart slapen. We nemen liever het zekere voor het onzekere.”
Is het te voorkomen dat je elkaar binnen een huishouden besmet?
“Met kinderen is dat anders, maar als je partner klachten heeft, en jij zelf nog niet, dan zou ik zeker afstand houden en apart gaan slapen. Daarnaast natuurlijk handen wassen en alle andere algemene hygiënemaatregelen toepassen. Hopelijk kun je het daarmee voorkomen. En dan heb ik het geluk dat ik de dag erna weer naar mijn werk kan.”
Lees ook
Liveblog coronavirus: dodental in Nederland stijgt met 19 naar 76
Lukt het nog met de boodschappen?
“Nee! En daar hebben meer collega’s van mij last van. Als je klaar bent met je werk en je wilt daarna boodschappen doen, dan zijn de winkels leeg. Zorg alsjeblieft dat wij ook boodschappen kunnen blijven doen. Dat hamsteren is echt niet nodig. De hele transportsector werkt nu net zo hard als wij in de zorg. Dus als iedereen weer normale hoeveelheden gaat kopen, dan zijn de schappen meteen weer voor iedereen gevuld. Ook voor ons, die op ons werk zijn en daarom geen boodschappen kunnen doen.”
Foto: Mark van den Brink – www.markvandenbrink.nl