Spoedvaccinatie

”In het begin waren mijn man en ik er nog niet echt mee bezig”, vertelt Marloes over het moment dat ze een brief kreeg van de GGD waarin stond dat er bij een ander kindje op de crèche mazelen waren geconstateerd. Al snel volgde volgens haar een bericht van de crèche waaruit duidelijk werd dat de bron van besmetting een ouder, niet ingeënt kind van 8 jaar is. Marloes’ zoontje (foto) was op dat moment tien maanden oud. Normaal gesproken worden kinderen pas ingeënt tegen mazelen als ze veertien maanden oud zijn, maar Jonas moest nu toch een spoedvaccinatie krijgen. ”Verder konden we eigenlijk niets doen, het was afwachten.”

Hoge koorts

Het mazelenvirus heeft een incubatietijd van ongeveer één tot twee weken. Jonas werd, ondanks de spoedvaccinatie, na die tijd ziek. Het begon met een flinke verkoudheid, maar het ging van kwaad tot erger, beschrijft Marloes. ”Hij kreeg ook steeds hogere koorts. Toen hij ook nog stopte met drinken, werd hij opgenomen in het Juliana Kinderziekenhuis.” Al snel liep de koorts op tot meer dan 40 graden, kreeg het jongetje een dubbele longontsteking en verschenen ook de eerste rode vlekjes op zijn huid.

Stuiptrekkingen

Jonas moest in quarantaine. “Dat was vreselijk. We leefden op twee bij twee vierkante meter en verpleegkundigen in witte overalls hielden zich met Jonas bezig. Hij ging alleen maar verder achteruit.” Toen Marloes ’s nachts een keer wakker werd, ging het helemaal mis. ”Ik weet niet wat het was, misschien een moedergevoel, maar ik werd wakker en ik móést hem oppakken. Terwijl ik hem vasthield, kreeg hij ineens heftige stuiptrekkingen en rolden zijn ogen weg. Ik heb wel tien keer op de rode paniekknop gedrukt.”

Nooit meer hetzelfde

Wonder boven wonder kwam Jonas er uiteindelijk weer bovenop. Maar het leven van Marloes en haar man zal nooit meer hetzelfde zijn. ”Wij zijn voor altijd veranderd. We beseften ons op dat moment dat ons kind dood kan gaan. We hebben echt voor zijn leven gevreesd.” Marloes is nu, ruim vier jaar later, nog altijd boos en verdrietig. ”Dit wens je gewoon niemand toe. Wij hebben hier nooit voor gekozen. Omdat een ander besluit zijn kind niet in te enten, dragen wij daar de consequenties van. Jonas was bijna dood.”

Realiseren

Hans van Vliet, programmamanager van het Rijksvaccinatieprogramma van het RIVM, is voorstander van vaccineren en deelt Marloes’ mening. ”Een beslissing om je kind wel of niet te laten inenten, maak je niet alleen voor jezelf. Zo’n beslissing heeft ook grote gevolgen voor anderen. Het is belangrijk dat mensen zich dat beseffen.”

Overal oplopen

Het kan volgens Van Vliet inderdaad ook voorkomen dat een spoedvaccinatie niet werkt, zoals bij Jonas. ”Een spoedvaccinatie moet zo snel mogelijk gegeven worden, het liefst binnen 24 uur na besmetting. Duurt dit twee of drie dagen, dan neemt de kans al aanzienlijk af dat de vaccinatie nog zal werken.” Toch heeft het volgens Van Vliet bijvoorbeeld geen zin om alleen kinderen ouder dan 14 maanden die wel ingeënt zijn toe te laten op kinderdagverblijven. ”Mazelen kun je echt overal oplopen en kinderen jonger dan 14 maanden zijn er extra vatbaar voor.”

Eerder spraken we een voorstander, tegenstander én expert van het RIVM over vaccinaties. Lees dat stuk hier.