Sinds de eerste grote brand in het vluchtelingenkamp op het Griekse eiland Samos stapelen de problemen zich op. Maar vrijwilliger Jeanine van Ancum (31) ziet ook positieve ontwikkelingen.
“Het ergste is voorbij”, vertelt Van Ancum.
Vrijwilliger
Jeanine van Ancum werkte in Ziekenhuis Amstelland als basisarts, voordat ze haar baan opzegde om te gaan reizen. Toen de pandemie daar een stokje voor stak, besloot ze alsnog te vertrekken. Naar Samos, waar ze de medische coördinatie voor haar rekening neemt in het vluchtelingenkamp.
“Toen ik in augustus vertrok, was het de bedoeling dat ik maar zeven weken zou blijven”, vertelt Van Ancum. “In het vluchtelingenkamp konden ze mijn hulp goed gebruiken, dus ik blijf in totaal vijfenhalve maand.” In februari keert ze weer terug naar Nederland om aan de huisartsenopleiding te beginnen.
Problemen
Sinds haar komst lijkt het ene probleem na het andere de kop op te steken. “Twee weken nadat ik begon, raakten de eerste vluchtelingen besmet. Voor ik het wist, liepen de cijfers enorm op.” Ondertussen is er nog maar één coronapatiënt in quarantaine. Of dat ook echt de enige besmetting is, is niet duidelijk. Veel vluchtelingen weigeren medische zorg, maar vertonen wel klachten.
“Elke keer als we opnieuw willen opstarten, stuiten we weer op een probleem dat vertraging oplevert. Zeker als je met alle coronamaatregelen rekening moet houden.” Na die coronapiek ontstonden twee branden, vrij snel achter elkaar. Deze richtten gelukkig geen schade aan. Hetzelfde geldt voor een aardbeving die wel voor schade zorgde in het dorp, maar het kamp spaarde.
Tekst gaat verder onder de foto.
Vluchtelingenkamp
Twee andere branden, waarvan de laatste twee weken geleden uitbrak, hebben wel gevolgen: tweehonderd tenten zijn verwoest. “Dat betekent dat zo’n duizend mensen hun spullen zijn kwijtgeraakt.” Nu de winter nadert, zit het kamp verlegen om nieuwe spullen zoals dikke kleding, slaapzakken, dekens en stevigere tenten.
Op dit moment verblijven zo’n 4.000 vluchtelingen in het kamp. In februari waren dit er nog 10.000. Het aantal overplaatsingen naar het vasteland stijgt steeds sneller volgens Van Ancrum, omdat het kamp een nieuwe locatie krijgt.
“Een plek tussen de heuvels die hartstikke afgezonderd is”, legt de arts uit. “Heel onhandig voor de vluchtelingen, want het is twee uur lopen naar het dorp.”
De nieuwe plek heeft ruimte voor 1300 vluchtelingen, maar de Griekse regering wil daar 3.000 mensen kwijt. “Vooral mensen met chronische ziekten, zwangere vrouwen en gezinnen worden overgeplaatst. Daardoor blijven de jongere, vaak vitale mannen achter.”
Van Ancrum heeft in tegenstelling tot haar eerste maanden te maken met veel ‘kleinere’ problemen. “Mensen raken onderkoeld of ondervoed of hebben nog kleine wonden, maar dat is goed te verhelpen en behandelen. Het werk verandert hier dagelijks.”