Juf Jakobien Renting

“Het is natuurlijk hard werken”, vertelt Renting. “Je probeert de kinderen zo veel mogelijk mee te geven. Ik heb alle kinderen in beeld, en dat vind ik al heel wat.”

De kinderen brengen één, maximaal twee jaar op Kuna Mondo door. Samen met leeftijdsgenootjes leren ze Nederlands spreken, lezen en schrijven en maken ze kennis met de Nederlandse cultuur. Renting heeft dertien leerlingen uit alle windstreken: Tanzania, Polen, Syrië en Curaçao, om er maar een paar te noemen. En allemaal zijn ze nog maar net in Nederland. “Het merendeel van mijn leerlingen is hier in september begonnen.”

Lees ook
Tijd voor positiviteit: 7 x leuke dingen die deze week in Nederland gebeurden

Computer in bruikleen

Kinderen die geen eigen computer in bezit hebben, krijgen een computer van de school in bruikleen. Een ict’er zit klaar achter de telefoon om te helpen met alle digitale problemen. “In de eerste week werd er veel gebeld en lukte het inloggen niet altijd, maar de ict’er kon altijd meteen meekijken en vrij snel kon iedereen aan het werk.”

Dat gaat tot zover zonder problemen. En de problemen die er zijn, lossen de kinderen zelf op. “Deze kinderen zijn gewend om zelfstandig te opereren. Ouders zetten hun kroost vaak in om hen te helpen vertalen.”

Lees ook
Onderwijsinspectie wil eindtoets basisschool ondanks pandemie laten doorgaan

Lezen, rekenen, taalbegrip

En zo kan Renting keurig al haar lessen geven: lezen, rekenen en taalbegrip. “Eigenlijk alle lessen die op een gewone basisschool ook worden gegeven, met uitzondering van aardrijkskunde en geschiedenis. Dat is te moeilijk als je niet of nauwelijks Nederlands spreekt.”

Zo gaf ze vanmorgen les over de kapper. “Ik liet iedereen thuis een handdoek, borstel en schaar zoeken. Dan is het afwachten wie het eerst in beeld komt met de voorwerpen bij zich. Toen iedereen alles had verzameld, bespraken we wat je met een schaar doet, wat met een handdoek en een borstel. Kinderen pikken de taal op die manier snel op.”

Lees ook
School herdenkt omgebrachte Lotte (14) met coronaproof bijeenkomst

Digitaal onderwijs

“Het is belangrijk dat de kinderen in eerste instantie een goed gevoel krijgen, daarna kunnen we ons storten op het onderwijs. Ik doe dat door mijn duim op te steken, door te zeggen dat ze iets goed gedaan hebben. Vorige week vroeg een jongen me wat het ook alweer was: ‘toper’ of ‘topper’. Later die dag zei hij heel trots: ‘Nu ben ik twee keer topper’. Zo leuk. Deze kinderen zijn, vergeleken met andere basisscholen, heel eager om te leren.”

Over onderwijsachterstand maakt ze zich niet zo druk. “Als heel Nederland achterstand heeft, is er toch eigenlijk geen sprake meer van achterstand? Iedereen doet wat -ie kan. Wat ze meekrijgen is mooi en daar zijn we blij mee. Natuurlijk leren ze de taal sneller als ik fysiek les kan geven, maar dat is er nu even niet bij.”

Lees ook
Leraren: ‘Grote achterstanden bij basisschoolleerlingen als lockdown langer duurt’