Het Europarlement is bezorgd nu steeds minder inwoners van de Europese Unie zich laten inenten tegen virussen. Ook in Nederland halen steeds minder kinderen hun inentingen.
De prikken zijn tegen bof, mazelen en rodehond (BMR).
Tussen 2008 en 2015 zijn er in de EU 215.000 gevallen geweest van ziektes die door vaccinatie voorkomen hadden kunnen worden, zoals de mazelen.
Tijd voor actie
EU-parlementariër Annie Schreijer-Pierik (CDA): “Met alle respect voor de principes van gewetensvrijheid en onaantastbaarheid van het menselijk lichaam is nu actie geboden. Dat in Europa opnieuw kinderen en zelfs volwassenen overlijden door mazelen is niet meer van deze tijd en onnodig. Meer voorlichting en transparantie over onderzoeken zijn echt nodig om de spookverhalen bij ouders en patiënten over bepaalde vaccins weg te nemen.”
De vaccinatiegraad voor bof, mazelen en rodehond daalt in Nederland al een paar jaar licht, blijkt uit het jaarverslag van het Rijksvaccinatieprogramma 2016. De norm van 95 procent van de Wereldgezondheidsorganisatie, die nodig is om mazelen uit te bannen, wordt in Nederland bij de eerste BMR-prik niet meer gehaald. Voor de tweede BMR-vaccinatie was dit al langer zo. Voor het eerst lieten in 2016 minder meisjes zich inenten tegen baarmoederhalskanker. Het percentage daalde van 61 naar 53.
Immigratie
Het parlement vindt ook dat migranten en vluchtelingen die de EU binnenkomen, gescreend moeten worden of en waartegen ze zijn ingeënt.