Het toeslagenschandaal heeft voor gedupeerden Jurgen Deceuninck en Gerda Deceuninck-Eijbrink tot op de dag van vandaag ingrijpende gevolgen. Dat vertelden ze tijdens hun verhoor door de parlementaire enquêtecommissie.
De commissie Fraudebeleid en Dienstverlening is woensdag gestart met de openbare verhoren; in de periode tot en met 5 oktober zijn dat er 43.
Het echtpaar declareerde een half uur te veel aan kinderopvang en werd toen als fraudeur bestempeld. De Belastingdienst stuurde incasso op incasso, ook toen zij al maandelijks een groot bedrag aflosten. Waar de geëiste bedragen op gebaseerd waren “is tot op de dag van vandaag een raadsel”, aldus Deceuninck-Eijbrink.
Drie jaar geleden bood premier Mark Rutte in een brief excuses aan en schreef dat het stel niets te verwijten viel. Maar sindsdien “is er niks veranderd voor ons”, zei Deceuninck in het verhoor. Hun kinderen wonen nog altijd niet thuis en hoewel allang erkend is dat zij geen fraudeurs zijn, worden zij door bijvoorbeeld hun autoverzekeraar nog steeds zo behandeld.
“De dagelijkse dingen zijn gewoon nog een strijd. En ik heb mijn vrouw zien kapotgaan voor mijn ogen. Alles wordt je afgepakt, tot je menselijkheid aan toe.” Zijn vrouw zelf is het daarmee eens. “Ze hadden beter mijn benen kunnen amputeren dan dit. Dan had ik misschien nog een normaal leven gehad.”
Marisa (41) is slachtoffer van de toeslagenaffaire: 'Er is 11 jaar van mijn leven afgepakt'
