Patrick en Henny hebben het gehad met Nederland en verruilen in ‘Ik Vertrek’ Vlaardingen in voor Frankrijk, waar ze een vervallen boerderij langzaam ombouwen tot B&B.
Letterlijk langzaam, want van Patrick allemaal niet zo gehaast.
‘Ik Vertrek’
Patrick en Henny vertrekken deze aflevering van Ik Vertrek naar het Franse gehucht Benayes. Daar hebben ze voor 40.000 euro een vervallen boerderij uit 1850 gekocht. Die willen ze ombouwen tot een chambre d’hôtes, het Franse equivalent van een bed and breakfast. Daar hebben ze maar een budget van 25.000 euro voor, terwijl er flink wat achterstallig onderhoud moet worden weggewerkt.
Naast een B&B is Patrick ook van plan een gat in de Franse markt te gaan vullen: hij wil stroopwafels verkopen. Dat gaat hij doen op Franse marktjes vanuit zijn grote liefde, een oude Volkswagenbus die hij ombouwt tot foodtruck. “Nu nog een naam voor mijn bedrijfje verzinnen, want van ‘Vlaardingse Stroopwafels’ verstaan ze natuurlijk geen reet daar”, lacht Patrick.
Stroopwafels
Wanneer het stel na een lange reis eindelijk aankomt bij hun nieuwe stek, wacht hen direct een onaangename verrassing. De waterleiding is kapotgevroren, waardoor ze meteen last hebben van een fikse lekkage. Bovendien wordt het pand bewoond door allerlei ongedierte. Henny ziet het niet zitten om in een vies huis te slapen. Om zijn vrouw tevreden te houden boekt Patrick maar een kamer in een B&B in de buurt.
Al snel lopen Patrick en Henny tegen de vele klussen aan en het bouwbudget van 25.000 euro begint ook al aardig te krimpen. Om extra geld te verdienen gaat Henny noodgedwongen aan de slag als schoonmaakster bij een andere chambre d’hôtes. En dan valt het stroopwafelplan van Patrick ook nog eens in duigen. “Ik mag geen stroopwafels verkopen van de Franse Kamer van Koophandel, want ik heb niet de juiste papieren”, legt hij uit. “Dus de bus gaat in de verkoop. Helaas.”
Stress
Na ruim zes maanden klussen is er nog amper vooruitgang te zien. Dat maakt Patrick niet zo veel uit. “Je komt niet naar Frankrijk om te stressen.” Daar denkt Henny anders over: “Ik heb wel een schema. Ik had gehoopt binnen vijf maanden, ergens in april, open te gaan. Dat wordt nu toch wel zes of zeven.”
Dat plan blijkt uiteindelijk niet te lukken. Pas tegen het einde van de zomer komen de eerste gasten. “Nu gaan we eindelijk genieten van het Franse leven. Het zwaarste is af. Ons eindpunt is ergens aan de zee of in de Provence. Maar dat is nog ver weg. Eerst maar eens hier genieten”, vertelt Henny.