Igone de Jongh (39), eerste solist van Het Nationale Ballet, neemt na 24 jaar afscheid van Nederlands bekendste dansgezelschap.
De Jongh laat een niet onverdienstelijke carrière achter zich. En dat is nog een understatement.
Van laagste naar hoogste rang
De balletdanser begon in 1996 in de laagste rang als aspirant, waar ze in 2003 promoveerde tot de hoogste rang van eerste solist. Ze heeft vrijwel alle hoofdrollen in het klassieke repertoire op haar naam staan en is de muze van choreograaf Hans van Manen.
Stoppen op het hoogtepunt
“Ik vertrek in mijn 24e jaar bij Het Nationale Ballet, het mooiste gezelschap van de wereld. Het voelt vreemd, maar tegelijkertijd ook goed om te vertrekken op het hoogtepunt. Ik vind het fijn om straks als zelfstandig danseres onafhankelijk invulling te geven aan de laatste jaren van mijn carrière”, aldus De Jongh.
Bekendste ballerina van haar generatie
Directeur Ted Brandsen van het gezelschap noemt haar ‘in ons land verreweg de bekendste ballerina van haar generatie’. En: “Haar charisma, warme persoonlijkheid en uitstraling op het toneel hebben haar tot een absolute publiekslieveling gemaakt. Ook is ze een groot voorbeeld en inspiratiebron voor generaties jonge Nederlandse meisjes én jongens die balletdanser willen worden of zijn geworden.”
De Jongh volgde haar dansopleiding aan de Nationale Balletacademie en The Royal Ballet School. Al tijdens haar opleiding won ze de Arnold Haskell Award. In 2002 ontving ze de Aanmoedigingsprijs van Stichting Dansersfonds ’79 en een jaar later de Alexandra Radius Prijs (2003). In 2016 ontving ze de Gouden Zwaan voor de grote bijdrage die zij met haar glansrijke danscarrière aan de Nederlandse dans heeft geleverd. Enkele maanden later werd de danser om diezelfde reden benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
De Jongh danst tot aan haar afscheid nog een aantal voorstellingen bij Het Nationale Ballet, waaronder Romeo en Julia in oktober.