Lees ook
Waarom ‘Coming Out Day’ hopelijk ooit overbodig wordt

Positiever

De over het algemeen wat minder tolerantere mensen zijn toleranter geworden, driekwart van de Nederlanders denkt positief over homo- en biseksuelen – in 2006 was dat nog iets meer dan de helft -, en er wordt positiever over transgenders gedacht. Wel hebben sommigen er nog moeite mee om mannen hand in hand te zien lopen of te zien zoenen op straat. Dat zijn vaak mannen, protestanten, mensen met een niet-westerse migratie-achtergrond, ouderen of dorpsbewoners.

Ruimte voor verbetering

Hoewel de groeiende acceptatie zeker iets is waar we als land trots op mogen zijn, zijn we nog (lang) niet waar we moeten zijn. Dat blijkt niet alleen uit interviews in de nieuwe L’HOMO., ook belangenorganisatie COC voor lhbt’ers denkt er zo over. Ook zij zien – ondanks de positieve resultaten uit het rapport – ruimte voor verbetering. “Ik wil een land waar lhbt’ers zichtbaar zichzelf kunnen zijn. Waar je elkaar kunt zoenen of hand in hand over straat kunt zonder bang te zijn”, zegt voorzitter Tanja Ineke tegen NOS.

Geen gelopen race

Want dat ongedwongen hand in hand over straat lopen gebeurt nog steeds niet snel, vertellen opiniemakers Erwin Olaf (58), Hans Kesting (57) en Paul de Leeuw (56) in de nieuwste L’HOMO. Sterker, volgens Kesting staan homo’s er slechter voor dan tien jaar geleden. De mannen leggen uit hoe zij nog steeds treurig worden van grappen over transgenders en homo’s, en agressie tegen hen. Zo deed Erwin Olaf vorig jaar nog aangifte nadat een taxichauffeur hem opzettelijk aanreed.

Uitspraak

Strafpleiter Gerard Spong (71) noemt de emancipatie in ons land allerminst een gelopen race: “De homo-emancipatie staat aan allerlei bedreigingen bloot”, zegt hij in het blad. “We zwaaien hier wel zo snel met het opgeheven vingertje naar landen waar homo’s veel minder rechten hebben”, gaat hij verder, “maar tegelijkertijd zijn we met die uitspraak geen haar beter dan achterlijke landen als Kenia en Nigeria waar homo’s nog worden gestenigd.” Hij doelt op de uitspraak van de Hoge Raad dat belediging aan het adres van homo’s acceptabel is zolang het geschiedt vanuit een religieuze overtuiging.

Rainbow Index

Hoewel de homo-emancipatie in theorie dus vooruit lijkt te gaan, valt er volgens NOS een kanttekening bij te maken. Zo gaat het met de bescherming van lhbt’ers door wet- en regelgeving nog niet al te best: Nederland staat op de elfde plek van de zogenoemde Europese Rainbow Index, die deze week uitkwam en waar NOS over schrijft. Volgens het COC ligt dat vooral aan het gebrek aan regels en wetten tegen discriminatie. Nederland kent geen expliciet verbod op discriminatie van trans- en intersekse personen en geen aparte wetgeving voor haat-criminaliteit. In sommige andere landen is dat inmiddels wel zo.

Lees ook
Niet voor de poes: 10 x (en stiekem iets meer) de heetste L’HOMO.-shoots óóit

Trots

Nederland loopt dan weliswaar niet meer voorop, maar volgens het SCP hoeven we ons geen zorgen te maken. “Andere landen hebben hard aan de weg getimmerd, waardoor we zijn bijgehaald en soms zelfs zijn ingehaald. Maar het is niet alsof we het homohuwelijk hebben afgeschaft. We staan stil, we rennen niet achteruit.” Ook Boris Dittrich (62) realiseert zich dat homo-emancipatie nog steeds lastig is binnen bepaalde culturen, maar is in L’HOMO. 10 positief. Mede dankzij zijn toedoen is er sinds 2006 meer aandacht gekomen voor geweld tegen homo’s. Bovendien zijn er inmiddels vijfentwintig landen waar het huwelijk is opgesteld voor homo’s. Dittrich: “Fantastisch, en we mogen er best trots op zijn dat dat allemaal hier in Nederland is begonnen.”