Evelynne en Randel hebben het nogal gehad in Nederland. En dus richten ze hun pijlen op Spanje in ‘Het Roer Om’.
En dan blijkt dat een goede voorbereiding het halve werk is, want werkelijk alles wat er mis kan gaan, gaat mis.
Evelynne en Randel hebben het nogal gehad in Nederland. En dus richten ze hun pijlen op Spanje in ‘Het Roer Om’.
En dan blijkt dat een goede voorbereiding het halve werk is, want werkelijk alles wat er mis kan gaan, gaat mis.
Evelynne is politieagent en Randel is brandweerman. Randel houdt van zijn werk en zijn collega’s, maar Evelynne heeft het wel gezien als diender. Ze somt op: “Ik heb vreselijke dingen gezien. Zelfdodingen. Mensen voor de trein. Op straat worden we altijd uitgescholden, we kunnen het eigenlijk nooit goed doen. Daar ben ik eigenlijk wel klaar mee.”
En dus besluit het stel uit het Drentse Borger het over een andere boeg te gooien en te verhuizen naar Spanje. Daar willen ze een camping beginnen. Dat kost zo’n 4 ton, en ze hebben hun banen al opgezegd en het huis verkocht nog voor de financiering rond is.
En je voelt ‘m al aankomen: dit loopt al vanaf het begin fout. De financiering lukt niet, ook al is de aanbetaling al gedaan. Het koppel wordt er goed chagrijnig van, maar wijzigen hun koers.
Tijd voor een reserveplan. Een bodega moet het worden. Dat kan voor veel minder geld en dan hebben ze er meteen een huis bij. Dat ze zelf nauwelijks drinken en eigenlijk ook totaal geen verstand van wijn hebben, wekt enige verbazing in hun omgeving.
Ook hier loopt de financiering weer uit. En dus krijgen ze op de beoogde dag van overdracht geen sleutel van het huis en hebben ze opeens geen slaapplaats. Randel: “Ik weet niet wat er aan onze kont hangt, maar het is ellende.”
Toch mogen ze van de verkoper wel tijdelijk verblijven in een naburig appartement. Beter dan niks. Ze proberen toch een beetje rond te kijken op het terrein dat ze gekocht hebben, maar alles zit achter slot en grendel.
Desondanks ziet Randel in eerste instantie wel mogelijkheden. Tot hij de berg rommel ziet die klaarblijkelijk is achtergelaten. “Ze hebben het goede spul meegenomen en de troep achtergelaten. Wij voelen ons verneukt. Het is gewoon niet netjes”, moppert Randel.
De volgende dag gaan ze dan maar het stadje bekijken om de tijd te doden. En dan valt op dat er wel érg veel leeg staat in het centrum. Winkels, woningen, allemaal leeg.
Kan het nog erger? Ja, dat kan. De verkoper overlijdt namelijk terwijl ze midden in het aankoopproces zitten. “We hebben een bedrijf, maar het is geen bedrijf”, zucht Evelynne. Na veel gedoe maakt de weduwe de zaak uiteindelijk rond en krijgen ze de sleutel.
Maar het hele huis blijkt een hoofdpijndossier. Zo ongeveer alles is stuk, het zwembad is zo lek als een mandje en de elektrische bedrading is van het kaliber levensgevaarlijk. Kan allemaal wel gefikst worden, maar het kost een klein fortuin. En ondanks dat er vele flessen wijn bij de koop inbegrepen zouden zitten volgens het koopcontract, is die vino nergens te vinden.
Al die tegenslag heeft ook zo zijn uitwerking op hun relatie. Tijdens het klussen wordt er flink gekibbeld. Dan maar wijn gaan proeven voor de inkoop, daar worden ze ondanks hun gebrek aan wijnkennis iets vrolijker van. “Is dit zwarte bes? Dan had ik het goed”, concludeert kersverse sommelier Evelynne.
Na een goed half jaar is de bodega dan toch echt geopend en zijn er zelfs gasten. Randel snijdt met een duikbril op de uien voor de tapas. “Ik ben tegenwoordig chef-kok.”
Evelynne: “Ik heb vaak gedacht: waar zijn we aan begonnen. Maar we wilden iets anders, en dat doen we nu.” En zo kunnen ze toch nog proosten op een mooie toekomst.
‘Het Roer Om’ terugkijken? Dat kan hier.