57 procent van de lhbti+’ers houdt bij het boeken van een vakantie rekening met de acceptatie van hun seksuele geaardheid of genderidentiteit in een bepaald land – of het gebrek daaraan.
Dat blijkt uit het jaarlijkse Pride-onderzoek van EenVandaag, onder leden van het Opiniepanel van het actualiteitenprogramma. Aan het onderzoek deden ruim 2.600 mensen uit de lhbti+-gemeenschap mee.
Lhbti+ staat voor lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender, intersekse en/of andere queer identiteiten, zoals aseksueel of panseksueel. De intolerantie en online haat tegen die gemeenschap nemen toe, en dat blijkt ook in de keuzes voor bepaalde vakantielanden.
Nederland opnieuw buiten top 20 beste lhbtiq+-reisbestemmingen
36 procent van de ondervraagden geeft aan in de afgelopen vijf jaar meer rekening te zijn gaan houden met de heersende opvattingen in een vakantieland. “Europese landen die recent wetgeving hebben aangenomen tegen lhbti+’ers mijden we”, vertelt een panellid bijvoorbeeld. Iemand anders: “Ik ben in 2018 in Hongarije geweest en in 2010 in Polen, maar ik zou er nu niet zo snel meer heengaan.” Zelfs Italië belandt onder de conservatieve premier Giorgia Meloni vaak op het no go-lijstje.
Ook landen waar straffen op homoseksualiteit staan, zoals in het Midden-Oosten of delen van Afrika, zijn vanzelfsprekend geen optie. “Ik zou zelfs nooit een overstap willen maken in een land als Qatar”, zegt iemand. “Niet uit angst dat me iets wordt aangedaan op het vliegveld, maar puur om de lhbti+-rechten daar.”
Overigens houdt niet iedereen in de gemeenschap rekening met het politieke klimaat. 41 procent van de ondervraagden zegt geen rekening te houden met lhbti+-acceptatie bij het kiezen van een vakantie.
'Er wordt heftiger op mij gereageerd': intolerantie en online haat tegen lhbtqia+ gemeenschap nemen toe
