Moeten Nederlanders in aanmerking komen voor een extra coronaprik? De Gezondheidsraad presenteert dinsdag een langverwacht advies over die vraag.
Voor het kabinet weegt het advies van de onafhankelijke raad altijd zwaar mee in de besluitvorming.
Extra coronaprik
Een zogeheten ‘booster’ geeft het afweersysteem een oppepper. Het lichaam wordt erdoor aangezet om nieuwe antistoffen tegen het virus aan te maken. Mogelijk neemt de effectiviteit van coronavaccins na verloop van tijd af en kan een aanvullende prik de bescherming weer op peil brengen, zo is de gedachte. In de wetenschappelijke wereld woedt echter nog veel discussie over nut en noodzaak van een derde prik. Het kabinet wil dat de Gezondheidsraad helderheid verschaft.
Voor de meeste mensen in Nederland zou het gaan om een eventuele derde prik. Voor mensen die het vaccin van Janssen hebben gekregen, gaat het om een tweede.
Discussie
Diverse landen hebben al besloten een extra prik mogelijk te maken. En dan gaat het vooral om kwetsbare mensen, zoals verpleeghuisbewoners. Onder meer in Duitsland, Frankrijk en België kunnen bepaalde groepen een derde dosis krijgen. Israël en Hongarije gaan een stap verder en geven een derde prik aan iedereen die dat wil. Ook de Amerikaanse regering is dat van plan.
Maar er klinkt ook kritiek. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ontbreekt het aan bewijs dat een extra prik nodig is. De WHO zou liever zien dat arme landen eerder aan de beurt komen. In een groot deel van de wereld zijn nog nauwelijks mensen gevaccineerd. Als steeds meer inwoners van rijke landen een aanvullende prik van de schaarse vaccins krijgen, kan dat tot gevolg hebben dat mensen in andere landen langer ongevaccineerd blijven, waarschuwde de WHO onlangs.
EMA
Los van de Gezondheidsraad onderzoekt het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) of het helpt om mensen een derde prik van het coronavaccin van Pfizer/BioNTech te geven. Binnen enkele weken wordt het oordeel van de Europese medicijnen- en vaccinwaakhond verwacht. Over het geven van een extra prik aan het grote publiek hebben EMA en de Europese gezondheidsdienst ECDC wel al laten weten dat dit wat hen betreft vooralsnog niet dringend nodig is.