Warmer weer, een boel feestdagen en de meivakantie: de ideale periode om een pretpark te bezoeken. Maar dan moet je wel flink in de buidel tasten, blijkt uit onderzoek van ‘RTL Nieuws’.
Pretparken en buitenspeeltuinen hebben de prijzen van entreetickets de afgelopen jaar flink opgeschroefd.
RTL Nieuws vergelijk de toegangsprijzen van circa 50 pretparken in Nederland en buurlanden België en Duitsland. Grote parken als Walibi en de Efteling staan natuurlijk op die lijst, maar ook kleinere parken als Kameleondorp en Kabouterland zijn opgenomen in de selectie.
In de afgelopen twee jaar blijken veel toegangsprijzen te zijn gestegen. In de meivakantie kosten entreetickets voor de Efteling met twee ouders en twee kinderen (10 en 4 jaar) 176 euro. Tel daar een parkeerkaart van 12,50 euro bij op en je komt op een totaal van 188,50 euro. In 2019 was dat nog 10 euro minder.
Maar het zijn niet alleen de grote parken die meer geld vragen, ook kleinere parken zijn een stuk duurder geworden. Sprookjesbos Valkenburg in Zuid-Limburg voert de lijst aan. Een entreekaart voor het park is inmiddels meer dan de helft duurder. Waar je eerst 9,50 euro per persoon betaalde, kost het nu 14,55 euro om binnen te komen.
Het is overigens niet alleen de entree die bezoekers op kosten jaagt. Ook benzine en snacks zijn (uiteraard) flink in prijs gestegen.
Natuurlijk zijn er wel manieren om geld te besparen. Door van tevoren kaarten te kopen, ben je vaak goedkoper uit. Ook kan het de moeite waard zijn om een relatief rustige dag te kiezen, want sommige parken werken met flexibele prijzen.
Niet alle parken zijn overigens duurder dan in 2019. Een dagje Attractiepark Slagharen met bovengenoemde gezinssamenstelling is 92 euro kwijt. In 2019 lag die totaalprijs een stuk hoger, namelijk op 127 euro.
Drie op tien Nederlanders hebben last van gestegen prijzen
