Tijdens het huwelijk van minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid werd er geknuffeld, gezoend en was van afstand geen sprake.
Grapperhaus zegt nu dat hij “als persoon wat butsen” heeft overgehouden aan alle commotie rond zijn bruiloft.
‘Flinke tikken’
“Ik heb een paar flinke tikken gekregen vanwege het feit dat het niet goed is gegaan op mijn huwelijk”, zegt hij in een interview in De Telegraaf. Maar de CDA’er heeft er vervolgens nooit aan gedacht om uit eigen beweging op te stappen. “Ik heb meteen gezegd dat ik mij in het parlement wilde verantwoorden. Ik vind ook echt dat de Tweede Kamer zich daarover moet uitspreken.”
“Als de Tweede Kamer had gezegd: vriend, zo kan het niet verder, dan had ik dat zonder meer aanvaard”, vervolgd hij. “Maar gezien de crisissituatie zou het ook veel nadelen hebben gehad om – los van mijn persoon – op te stappen.”
Geloofwaardige Grapperhaus
De politicus noemde dit voorjaar mensen die de coronaregels doelbewust overtraden nog “aso’s”. Als hem gevraagd wordt of mensen nog iets van hem zouden aannemen nadat zijn huwelijk in opspraak is gekomen, antwoordt de minister: “Ik moet dan wel heel erg duidelijk maken waarom het van belang is.”
Hij zegt verder na het gedoe rond zijn huwelijk het werk meteen weer te hebben opgepakt “omdat ik wel wilde laten zien dat ik als bewindspersoon gewoon geloofwaardig ben. Daaruit kun je dus afleiden dat ik niet gedesillusioneerd ben geraakt, of ontmoedigd.”