Vrouwen zijn binnen de filmindustrie zwaar ondervertegenwoordigd. Dit blijkt uit onderzoek van ‘Vrouwen in Beeld’ en de Universiteit Utrecht.
Mannen hebben met een vertegenwoordiging van bijna 70 procent in leidinggevende functies en hoofd- en bijrollen een dominante positie in de filmindustrie.
De onderzoekers hebben van 2011 tot en met 2020 onderzoek gedaan naar ongeveer 2.500 fictie- en documentaireproducties. Zij telden hoeveel vrouwen een leidinggevende functie, een hoofdrol of een bijrol hadden. Het rapport Beter is nog niet goed laat zien dat er een verdeling van 19.995 mannen (69,6 procent) en 8.753 vrouwen (30,4 procent) was. Binnen tien jaar tijd is er een lichte verschuiving richting meer gelijkheid, blijkt uit het rapport
Volgens de studie zijn vrouwen in alle functies ondervertegenwoordigd, behalve production design en research voor documentaires. Er blijkt ook een terugkerend patroon te zijn: hoe meer producties er worden gemaakt, hoe meer de ongelijkheid groeit. Ook valt het op dat er minder vrouwen betrokken zijn wanneer een productie duurder is of langer duurt. Verder hebben vrouwen in het algemeen een kleiner aandeel in fictieproducties dan in documentaireproducties.
Meer vrouwen neerzetten in productie-, regie- en scenariofuncties leidt niet tot meer vrouwen in overige functies, volgens Vrouwen in Beeld en de Universiteit Utrecht. Het onderzoek moet als basis gezien worden om het gesprek aan te gaan met verschillende betrokkenen in de filmindustrie. Naar aanleiding van het rapport kan besproken worden hoe er meer evenwicht kan komen tussen man en vrouw in de filmindustrie.
Het onderzoek is financieel gesteund door onder meer het Nederlands Filmfonds en het ministerie van OCW.
Kabinet steunt tien jaar na dato toch Europese vrouwenrichtlijn
