Journalist Sinan Can maakt al jaren documentaires in oorlogsgebieden. In ‘Sterren op het Doek’ vertelt hij openhartig over wat zijn werk met hem doet.
Want ook al lacht hij veel, van binnen is hij vaak erg droevig door wat hij allemaal ziet.
Journalist Sinan Can
Echt zin in zijn deelname aan Sterren op het Doek heeft de journalist niet. Presentator Özcan Akyol wilde hem graag in het programma hebben, maar was bang dat Can nee zou zeggen. “Ik kijk niet graag naar mezelf. Ik vind niet veel dingen spannend, maar dit wel. Het is spannender dan een slagveld in Irak”, grapt hij.
Sinan Can maakt voornamelijk documentaires in oorlogsgebieden. Meer dan eens is het voorgekomen dat hij daarbij bijna zelf in gevaar kwam. Akyol kan zich voorstellen dat dat een reden is om met het werk te stoppen. “Dat gebeurde niet. Het werd juist een reden om wél te gaan. Ik sprak laatst met een Iraakse meneer en deed tegen hem hierover mijn beklag. Hij zei: als jullie journalisten niet komen, worden we vergeten. Dat is pas de hel.”
Niet vrolijk
Het werk maakt hem geen vrolijker mens. “Ik ben best wel droevig, ook al lach ik veel. Ik geniet maar van weinig dingen. Dat is misschien ook een donker randje om je ziel, als je zo veel ellende ziet, als je ziet hoe gewetenloos en slecht mensen kunnen zijn. Ik denk dat ik over een paar jaar in deze hoek van de journalistiek moet stoppen.”
Om de slechte energie kwijt te raken, wandelt hij veel. “Ondanks dat ik me heb omringd met veel liefdevolle mensen, voel ik me af en toe wel eenzaam. Als je weinig deelt van wat er binnen aan het bloeden is, dan wordt je dat.”
Mensen die hem liefhebben, zijn bijvoorbeeld zijn ouders. “Maar die vertrouwen mij niet meer”, grapt Can. “Ik vertel het ze namelijk nooit meer als ik naar een oorlogsgebied vertrek. Mijn moeder kijkt ook niet meer.” Na een reis zoekt hij ze altijd meteen op. “Het liefst dezelfde dag nog. Dan leg ik mijn hoofd op het schoot van mijn moeder en vertel de mooie verhalen.”