Voor het eerst sinds de jaren negentig vindt er weer een Eurovisie Songfestival plaats waarbij een van de deelnemende landen in oorlog is.
Oekraïne komt dinsdag ondanks de Russische inval uit in de eerste halve finale.
Oorlog
In 1993 debuteerde Bosnië en Herzegovina op het songfestival na het uiteenvallen van Joegoslavië. Hoewel de Bosnische oorlog op dat moment woedde, lukte het zanger Fazla om naar Ierland te reizen waar hij het nummer Sva Bol Svijeta ten gehore bracht.
Bij het bekendmaken van de punten aan het eind van de avond duurde het lang voordat er contact kon worden gelegd met Sarajevo. Toen dat na veel gekraak eindelijk lukte, ontstond een warm applaus in de zaal. De oorlog leverde Fazla niet per se extra punten op. De zanger eindigde als zestiende van de 25 deelnemende landen.
Sympathie
Kalush Orchestra uit Oekraïne krijgt dit jaar naar verwachting wel veel sympathiestemmen vanuit Europa. De wedkantoren denken zelfs dat de groep het songfestival gaat winnen. Na het uitbreken van de oorlog begin maart steeg het nummer Stefania direct naar de eerste plaats in de peilingen.
Het songfestival werd halverwege de jaren vijftig, kort na de Tweede Wereldoorlog, opgezet door de European Broadcasting Union om Europese landen met elkaar te verenigen. Sinds 1956 is het evenement elk jaar gehouden. Alleen in 2020 ging het songfestival niet door vanwege de toen pas uitgebroken coronapandemie.