Bureau Arnhem

Tachtig dagen lang volgt Ewout Genemans twaalf agenten van de Nederlandse politie in Arnhem op de voet. En de eerste aflevering eindigt meteen met een heel heftige melding. Genemans zit net bij hoofdagenten Marloes en Robin in de auto wanneer ze worden opgeroepen. 

“De melder is de zoon van de bewoner. Hij krijgt geen contact met zijn vader”, informeert de meldkamer hen. Dat klinkt volgens Marloes zorgelijk. “We gaan kijken wat we aantreffen. Hopelijk zijn we nog op tijd, maar ik ben er bang voor. Alles zou potdicht zitten. En de meneer die in de woning aanwezig moet zijn, zou recent zijn vrouw hebben verloren. Daarvan was hij erg onder de indruk, dus ja…”

Heftige melding

Bij de woning aangekomen zien ze dat alles inderdaad goed dicht zit. De gordijnen zijn gesloten, de auto staat nog voor de deur. Wanneer ze aanbellen, doet er niemand open. “Ik denk dat we de meneer overleden gaan aantreffen. Dat zegt mijn eerste gevoel. Wat op leeftijd, partner verloren en geen contact; dat doet voor ons de alarmbellen rinkelen”, legt Marloes uit.

Marloes slaat vervolgens in de tuin van de woning een ruit van de woonkamer in. De camera blijft buiten wanneer het team naar binnengaat, maar we horen overduidelijk wat er gebeurt. “Oh my god”, stamelt Marloes. “Dit is een hele heftige. Oh my god, ik ga eruit jongens.”

Lijkvinding

Wanneer de agente weer buiten staat, vraagt Genemans hoe het met haar gaat. “Dit was een hele heftige. Die horen er helaas ook bij. Lastig om het netjes te omschrijven, maar er was nog weinig herkenbaar. De geur die daar bij hangt, dat is niet prettig. Ik heb twee seconden de deur open gehad en dat was voldoende. Dit was absoluut niet prettig om te zien.”

Ewout Genemans spreekt patiënt na mislukte 'surgery-trips': 'Mijn hele onderbuik was paars'Lees ook