Ruim 20 procent van de moeders denkt dat fouten zijn gemaakt tijdens hun eerste bevalling. Dat blijkt uit onderzoek onder ruim twaalfduizend bezoekers van LINDA.nl.
In onze Bevallingsenquête vroegen we:
Ruim 20 procent van de moeders denkt dat fouten zijn gemaakt tijdens hun eerste bevalling. Dat blijkt uit onderzoek onder ruim twaalfduizend bezoekers van LINDA.nl.
In onze Bevallingsenquête vroegen we:
Heb je het gevoel – of weet je zeker – dat er fouten zijn gemaakt tijdens de bevalling?
2600 vrouwen (20,7 procent) antwoorden: ‘Ja, er zijn fouten gemaakt.’ 1553 moeders (12,4 procent) zeggen dat ze het niet weten. De rest, 66,9 procent, denkt dat geen fouten zijn gemaakt.
Van de 2600 moeders die zeggen dat fouten zijn gemaakt, beviel 90 procent in het ziekenhuis en 9 procent thuis. Voor de totale groep was dit iets minder: 80 procent beviel in het ziekenhuis en 20 procent thuis.
Iets meer dan de helft (51 procent) van deze 2600 vrouwen is natuurlijk bevallen. 523 vrouwen (20 procent) ondergingen een spoedkeizersnede en 53 (2 procent) een geplande keizersnede.
De ervaringen van onze bezoekers variëren van kleine misverstanden, tot medische (inschattings)fouten:
Thuis zonder pijnbestrijding
‘Ik wilde graag naar het ziekenhuis en bevallen met pijnbestrijding, maar volgens de verloskundige zou het nog uren duren. Niet dus, ik beviel thuis en was daar niet op voorbereid of ingesteld.’
Hartslag viel weg
‘Ingeleid met 42 weken. Spoedkeizersnede omdat de anesthesist een fout maakte door het kraantje van de verdoving te openen in plaats van de weeënopwekkers. Hartslag van onze zoon viel weg.’
Ingeleid
‘Ik ben drie weken en vijf dagen voor de uitgerekende datum ingeleid, omdat ze dachten dat ze in het vruchtwater had gepoept. Dat bleek niet zo te zijn.’
Tangverlossing
‘Stuitligging. Sectio werd door de arts afgewezen. Hierdoor bleef het hoofdje van de baby als laatste steken achter mijn bekken, met als gevolg een tangverlossing, zuurstofgebrek bij de baby en een stoma bij mij.’
Geboortekanaal niet in orde
‘Na 65 uur werd een spoedkeizersnede uitgevoerd. Ik heb twee uur moeten persen. De verloskundige was grieperig en lette niet op. Bleek dat het geboortekanaal niet in orde was.’
Ruziënde artsen
‘De hel! Geen communicatie tussen de artsen (ruzie). Geen ontsluiting. Baby zat vast. Vacuümpomp. Tangen in het gezicht omdat hij in kruinligging lag. Kortom, de hel.’
Alles vergeten
‘Het was voor de verloskundige de eerste keer volgens mij. Ze was alles vergeten waarom we specifiek gevraagd hadden, zoals de baarkruk. Met als gevolg dat vriendlief op het nachtkastje zat en ik hurkend en met mijn armen steunend op zijn benen.’
Weeënstorm
‘Na een weeënstorm met spoed naar het ziekenhuis gereden. Daar liep het niet soepel, keizersnede stond in de wacht. Maar iemand die iets meer schreeuwde kreeg voorrang, achteraf gezien een inschattingsfout van het ziekenhuis, dus natuurlijk bevallen met bloedtransfusie et cetera nadien.’
Alles ging fout
‘Bij mij ging zo’n beetje alles fout, ruggenprik lukte niet, mijn dochter had in het vruchtwater gepoept – waar niet op gehandeld werd. Er moest uiteindelijk meerdere keren door andere artsen ingegrepen worden.’
De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) en de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) herkennen het beeld dat we schetsen.
“Een negatieve bevallingservaring is een niet te beschrijven nare ervaring voor de vrouw en (ook vaak) voor haar omgeving”, schrijven NVOG-voorzitter Astrid Vollebregt en KNOV-directeur Charlotte de Schepper in een gezamenlijke reactie. Ze benadrukken dat zo’n ervaring nooit de intentie van de zorgverlener is. “Integendeel.”
NVOG en KNOV onderstrepen dat ze continu proberen de zorg te optimaliseren. “Dit doen we met onze zwangeren en kraamvrouwen, en alle zorgverleners betrokken in de geboortezorg.”
Vollebregt en De Schepper adviseren zwangere vrouwen om een bevalplan te maken en te bespreken met hun zorgverlener. Belangrijk is dat ouders goed worden geïnformeerd over mogelijke ingrepen. Een zorgverlener moet bovendien altijd toestemming vragen voor een interventie/ingreep.
De Schepper: “Uit onderzoek blijkt dat een vrouw vaak positiever terugkijkt op haar bevalling als ze een goede band met haar zorgverlener kan opbouwen. Dat lukt het beste als je door een klein team wordt begeleid.”
“Je kunt bijvoorbeeld als vrouw bij de kennismaking met je verloskundigenpraktijk aangeven dat je graag door zo min mogelijk zorgverleners behandeld wilt worden of je kiest al van tevoren voor een kleine praktijk.”
Lees ook
Eén op vijf moeders duldt geen pottenkijkers aan voeteneind bij bevalling
Wat kun je zelf doen om de bevalling goed te laten verlopen?
1. Kennis helpt. Bereid je voor op je bevalling. Leer over de natuurlijke processen rondom een geboorte en welke positieve rol je zelf kunt spelen.
2. Stel vragen aan je zorgverlener. Begin het gesprek over je verwachtingen zodra je dat wenst.
3. Bereid je niet alleen voor op de meest wenselijke bevalling, maak ook een plan B en C voor als het anders gaat. Schrijf verschillende scenario’s uit in je bevalplan.
4. Bespreek je plan met je zorgverlener en zorg dat dit ook bij overdracht meegaat naar een nieuwe zorgverlener. Kanttekening: zo’n plan garandeert geen fijne ervaring. Amerikaanse onderzoekers toonden in 2017 aan dat vrouwen met een bevalplan weliswaar minder interventies ondergingen, maar ook minder tevreden waren.
5. Zorg dat je partner of diegene die bij de bevalling is weet wat jij wel en niet wil, zodat hij of zij je kan steunen en helpen bij je vragen en verwachtingen.
6. De NVOG en KNOV adviseren tijdens gesprekken met de zorgverlener de ‘3 goede vragen-methode’ om een keuze te maken. “Natuurlijk is het in het ‘heetst van de strijd’ niet altijd mogelijk om die toe te passen, maar vooraf nadenken hoe je dat samen kunt doen, helpt tijdens momenten dat het erom gaat.”
Zijn er fouten gemaakt tijdens je bevalling of heb je die negatief ervaren? Ga eerst in gesprek met je zorgverlener, adviseren KNOV en NVOG. De meeste onvrede wordt door een goed gesprek verholpen.
Lukt dit niet, neem dan contact op met de organisatie waar hij of zij werkt, de onafhankelijke klachtenfunctionaris waar de zorgverlener bij is aangesloten en/of de geschillencommissie van de KNOV of van het ziekenhuis. Het helpt als je je rechten kent, zegt KNOV. “Want je hebt recht op goede informatie en voor elke ingreep is jouw toestemming vereist.”
Wil je meer lezen over bevallingen en alles daar omheen? LINDA.196 ‘DE BEVALLING’ ligt nú in de winkel. Bestel ‘m hier online.
VERANTWOORDING
Aan het onderzoek deden 12.594 moeders mee. 41 procent beviel langer dan tien jaar geleden (voor het eerst). Voor 17,9 procent was dit vijf tot tien jaar geleden, voor 12 procent minder dan een jaar geleden. 29,2 procent beviel twee tot vijf jaar geleden. Bijna de helft (47,4 procent) van de moeders is tweemaal bevallen, 34,8 procent één keer en 17,3 procent drie keer of vaker.
Foto bovenaan: Bevalling in Havenziekenhuis, Rotterdam (1972), via ANP Foto.
Lees ook
Van baarbad tot geboortehuis, dit zijn de bevallingstrends van 2020