In Wortelboer en Van Rossem gaat het over wonen. Emma Wortelboer laat haar Amsterdamse studentenwoning aan Maarten van Rossem zien. Hij schrikt van de rommel, maar ziet er ook wel iets in.
Emma rijdt met Maarten naar haar oude studentenwoning en zegt dat ze hem er wel een beetje op moet voorbereiden. “Is het een zooitje dan?”, vraagt hij nietsvermoedend.