Een digitale abortus klinkt onmogelijk, maar tot op zekere hoogte kan het. In Amerika experimenteert men tijdens de pandemie met videoconsulten, waarna abortuspillen worden opgestuurd.
In hoeverre is zoiets wenselijk in Nederland?
Een digitale abortus klinkt onmogelijk, maar tot op zekere hoogte kan het. In Amerika experimenteert men tijdens de pandemie met videoconsulten, waarna abortuspillen worden opgestuurd.
In hoeverre is zoiets wenselijk in Nederland?
De Amerikaanse wetgeving rondom abortus wordt de laatste jaren steeds verder aangescherpt. Het is legaal, maar in veel staten onder zeer strenge omstandigheden. Sinds 2019 verbieden bijvoorbeeld Georgia, Ohio, Kentucky, Mississippi en Louisiana het om na zes weken zwangerschap een abortus te krijgen. Alabama gaat nog een stap verder, daar is abortus niet toegestaan ‘vanaf het moment dat een vrouw weet dat ze zwanger is’. Met andere woorden: nagenoeg verboden.
In andere staten is de wetgeving flexibeler en experimenteert men met digitale abortussen onder de noemer telehealth. Door COVID-19 raakt dit in 2020 in een stroomversnelling. Volgens de Amerikaanse gezondheidsautoriteit FDA moet mifepriston, een van de twee benodigde abortuspillen, altijd persoonlijk bij een gecertificeerde arts of kliniek worden afgehaald.
Heel veel gecertificeerde klinieken telt Amerika alleen niet. Om lange reizen en daarmee blootstelling aan het virus te verminderen, wordt deze regel in juli 2020 op pauze gezet. Daardoor kan een vrouw middels een videogesprek met een (huis)arts haar wens bespreken, waarna beide abortuspillen per post worden opgestuurd. Een ‘digitale abortus’ dus, zonder bij een kliniek langs te hoeven.
In januari 2021 activeert de regering Trump de mifepriston-regel weer, waardoor de pil níet meer via post verstuurd mag worden. Of dit zo blijft is nog onduidelijk, maar het roept wel vragen op: gebeurt dit ook in Nederland? En is zoiets wenselijk?
We vragen het Sandra Kroeze, directeur van een abortuskliniek in Den Bosch. Zij vertelt dat deze constructie in Nederland eigenlijk helemaal niet nodig is: “Ons land telt veertien abortusklinieken: je hoeft nooit heel ver te reizen. Dat is in Amerika wel anders. Hier mogen pillen nog steeds alleen maar meegegeven worden op een plek die daarvoor een vergunning heeft, dat is door de pandemie niet veranderd.”
Opsturen mag dus niet, en een abortus-per-post heeft bij Kroeze ook niet de voorkeur. “Wij vinden het stukje veiligheid ook belangrijk,” vervolgt ze. “Zo’n abortuspil is alleen effectief in de eerste negen weken, dus we willen altijd een echo doen om de termijn te bepalen. Maar in Nederlandse klinieken gebeuren al die dingen op een plek, begeleid door kundige mensen en veel makkelijker dan hoe het in Amerika is geregeld.”
Wat wél mag, is een eerste consult telefonisch of via videoverbinding doen. Daarna gaat de wettelijke bedenktijd van vijf dagen in, waarna de vrouw alsnog naar de kliniek moet voor de rest van het proces. “Dit bespaart in ieder geval een rit op-en-neer.”
Maar het opsturen van abortuspillen na een videogesprek gebeurt in Nederland dus nooit. Voor de daadwerkelijke procedure zul je naar een kliniek moeten afreizen.
Lees ook
Ons beeld van abortus is gedateerd: ‘Niet zoveel tienermeisjes, wél dertigplus vrouwen’