Seksvragen, pesten, huiselijk geweld of ‘gewoon’ even tegen iemand aanpraten: bij de Kindertelefoon kunnen kinderen al veertig jaar terecht.
Kindertelefoon 40 jaar: ‘Kids bellen over dezelfde dingen’
En de onderwerpen van die gesprekken zijn eigenlijk nooit écht veranderd.
Luisterdienst
Met een stapeltje pedagogische boeken op schoot begon een groep Amsterdamse ouders de Kindertelefoon in 1979. Maar wie denkt dat jongeren tegenwoordig niet meer bellen, heeft het mis. Ook anno 2019 weten dagelijks nog zo’n duizend kinderen tussen de acht en achttien jaar de ‘luisterdienst’ te vinden. Sinds 2008 is de Kindertelefoon ook online beschikbaar: kinderen kunnen de ruim vijfhonderd vrijwilligers bereiken via de chat en problemen met leeftijdsgenoten bespreken op het online forum.
Sexting
Een kwart van de gesprekken gaat over pesten, maar ook liefde en seksualiteit blijven favoriet. “Dat is in veertig jaar nauwelijks veranderd”, zegt woordvoerder Suzanne Pappot. Natuurlijk: in de jaren tachtig speelden cyberpesten of sexting nog geen rol. Maar toen een vrijwilliger uit de beginjaren onlangs terugkeerde, viel het diegene juist op dat er weinig is veranderd. “Kinderen hebben nog steeds behoefte aan contact en een luisterend oor.”
Praktisch
Vrijwilliger Amarins Dijkstra (29) – in het dagelijks leven maatschappelijk werker – zit vijftien uur per maand bij de telefoon. “Je leert er zelf ook een hoop van”, vertelt ze. “Vaak zeggen kinderen iets, en dan denk ik: ‘Goh, zo had ik het nog niet bekeken!'” Soms zijn ze heel praktisch ingesteld. “Over sex stellen ze vaak heel concrete vragen”, zegt Dijkstra. “‘Hoe moet je pijpen?’ en ‘wat is een condoom?'”
Rondje lopen
Helaas komen er ook zware onderwerpen voorbij, vertelt Dijkstra. “Over geweld, seksueel misbruik en het ‘zich thuis niet lekker voelen’ horen we veel.” Ook voor de vrijwilligers is dat heftig. “Ik ga dan soms even een rondje lopen, of praat erover met een collega.” Dijkstra laat de beller altijd weten dat het écht niet zijn of haar schuld is. “Je wil het kind bewust maken dat wat hem of haar overkomt niet normaal is. Vervolgens vraag ik of er volwassenen zijn die het kind wel vertrouwt, of verbind ik hem of haar door met een hulpdienst. Dit gebeurt alleen als een kind dit zelf wil.”
Lees ook
Zes weken zomervakantie: hoognodig of te lang voor een kind (en ouders)?
Verliefd
Gelukkig zijn er ook veel leuke gesprekken. Zo sprak Dijkstra een meisje dat hopeloos verliefd was op de beste vriend van haar broer. “Dan vraag ik: ‘Goh, wat vind je nu zo leuk aan hem, of hoe ziet ze eruit? Dat zijn heel leuke gesprekken. En dan probeer je samen toch een beetje een plannetje te maken. Die spanning van vroeger komt dan ook bij jezelf weer een beetje terug.”
Zonder oordeel
Kinderen bellen omdat er zonder oordeel – of follow-up – naar ze geluisterd wordt, zegt Dijkstra. “Als je je moeder over je nieuwe liefde vertelt, gaat ze de volgende dag vragen hoe het ging. Wij niet.” Vaak bellen ze ook voor de grap. “Ze bellen dan om een pizza te bestellen, of komen met een heel toneelstuk aanzetten. Toch gaan we daar serieus mee om: je weet nooit wat erachter zit. En als ze denken: ‘hé, die persoon is best oké’, weten ze ons als er wel iets is misschien ook te vinden.”