Ik word heen en weer geslingerd tussen twee mannen. Ik heb nu bijna vier maanden gewacht op de terugkomst van WJ, maar de woorden van mijn mediamieke vriendin Marion blijven door mijn hoofd spoken: ‘Als hij niet reageert zoals jij wilt, snel wegwezen.’
'Hij heeft een heel seksuele vibe. Ik zie de huisvader, ik zie het beest'
En hij reageert allerminst zoals ik wil. Hij is lief, maar de passie, het verlangen ontbreekt. Wegwezen doe ik echter niet.
Maar dan Mehmet. Alles is lustig & fröhlich. We hebben elkaar echter nog steeds niet gezien. Ik krijg een foto van hem in de tuin aan een biertje. Het is heerlijk weer, maar hij vraagt niet: ‘Kom je ook?’ – terwijl het zondagmiddag is.
Ik zit met een deken op het gras achter ons appartement. Ik heb prosecco, snacks, vriendinnen en een goed humeur. Uiteraard bespreken we onze romances, mannen en sexavonturen uitgebreid en komt zowel WJ als Mehmet voorbij in de gesprekken.
“Ik weet het niet hoor”, zegt een van de vriendinnen. “Geen foto, een vriend die Tinder voor hem heeft aangemaakt… Weet je zeker dat hij niet getrouwd is?”
“Nee joh”, antwoord ik. “We appen op elk willekeurig tijdstip en vaak. Dat zou wel heel erg opvallen. Maar ja, je weet het nooit hè. Tinder…”
“Waarom vraag je niet of hij zo ook wat komt drinken? Het is zondag. Als hij getrouwd is kan hij niet zo spontaan weg. Mooie testcase.” Met een paar glaasjes op ben ik wat baldadiger dan na drie koppen thee, dus ik app: ‘Ik zit op het gras buiten, kom je ook?’ Even is het stil en dan: ‘Ik ben er met een uurtje. Stuur het adres maar.’ De vriendinnen: “En????” “Hij is er met een uurtje.”
We fatsoeneren zo snel mogelijk de puinhoop op het gras, ik ren naar boven om wat mascara op te doen en dan moet iedereen ophoepelen. Een uurtje later, wanneer ik quasi relaxed op mijn deken zit te nippen aan mijn glaasje, parkeert er een auto verderop en stapt mijn kersverse aanwinst uit.
Hij is iets anders dan op de foto. Volwassener. Niet jongensachtig zoals WJ of Deniz, maar dit is een man. Een echte man. Hij is een kop groter dan ik op blote voeten en we begroeten elkaar met een zoen. Dan komt hij tegenover me op het gras zitten en drinkt hij gezellig een glaasje mee. Hij is zo uit zijn achtertuin gerold. Korte broek, T-shirt, slippers, allemaal met een merkje erop. Dat dan weer wel.
Ik neem hem van onder tot boven op. Lekker lijf, opvallend lieve ogen. En een heel seksuele vibe. Ik zie de huisvader, ik zie het beest. Ik krijg ’m wel op. We kletsen over van alles en niks. We lachen, net als met appen. De avond vliegt voorbij en wanneer het tijd is om naar huis te gaan, loop ik met hem mee naar de auto waar ik een uitgebreide zoen van hem verwacht.
Hij zoent me echter bescheiden op mijn wang, zachtjes op mijn mond en that’s it. Geen tongworstelen, geen gelebber, niks van dat al! Wanneer hij wegrijdt, adem ik hard uit in de binnenkant van mijn hand, maar ik ruik niks. Dan ren ik naar boven.
“En?” vraagt mijn dochter. “Ruik”, is mijn antwoord en blaas lichtelijk in paniek uit in haar gezicht. “Wat ruik je? Stink ik?” “Nee”, antwoordt ze. “Ik ruik parfum en wijn.” “Hij zoende me niet eens! Misschien viel ik enorm tegen?!” roep ik vertwijfeld. Eigenlijk een rare gedachtegang, dat als een vent niet direct zijn tong erin slingert, ik direct de conclusie trek dat ik stink of niet leuk genoeg ben.
Dat dat niet klopt blijkt wanneer hij appt zodra hij weer thuis is. ‘Ik had je op willen eten’, schrijft hij. ‘Maar ik dacht ik zoen je maar niet, want alle buren konden je zien en dat had je vast heel vervelend gevonden.’ Alsof het mij boeit wat de buren zien of vinden, maar ik antwoord bescheiden: ‘Inderdaad had ik dat erg vervelend gevonden.’ ‘Maar volgende keer sta ik niet voor mezelf in’, zegt hij dan. En dat is de geruststelling. Er is een volgende keer.
Lees ook
‘Schrijf jij soms een column voor LINDA.? Ben jij Sophie? Die schrijft over Tinder?’