Het huis waar we sinds de scheiding wonen zit als een krappe jas. Puck is er letterlijk uitgegroeid: haar slaapkamer lijkt elke week kleiner en de vloerbedekking van de vorige huurder is compleet versleten.
We delen hal en ingang met de benedenbuurvrouw die de boel heeft ingelijfd, inclusief 27 paar gympies en een stevige damesfiets. Prima mens verder, maar ideaal is het niet, zeker nu de puber graag een beetje mopperen en schelden wil voordat ze de voordeur achter zich dichttrekt.