‘Ik heb gewoon niets meer gehoord’, zegt vriendin B. met een mengeling van wanhoop en ongeloof. ‘We hebben doodnormaal afscheid genomen en daarna… niets!’
‘Ik heb hem een paar keer geappt, maar hij opent ze niet eens. Misschien is hij wel dood?!’
‘Ik heb gewoon niets meer gehoord’, zegt vriendin B. met een mengeling van wanhoop en ongeloof. ‘We hebben doodnormaal afscheid genomen en daarna… niets!’
‘Ik heb hem een paar keer geappt, maar hij opent ze niet eens. Misschien is hij wel dood?!’
Maar natuurlijk is hij niet dood. B. wordt gewoon ge-ghost. Zo werkt het: je hebt een paar leuke dates (denk je) en dan ineens verdwijnt het onderwerp van jouw liefde in het niets (= ghosten) en vraag je je beduusd af wat je verkeerd hebt gedaan. En dat is helemaal niets. Het ligt aan hem.
Ik heb het ook een keer meegemaakt. Ik matchte met ene Sergio die een superlike voor mij had gebruikt. ‘Hoe gedraagt jouw liefde zich?’, vraagt Sergio. Een leuke binnenkomer. Interesse in het verlangen van die ander. ‘Ik heb geen verlanglijst’, antwoord ik. ‘Als iemand maar zijn authentieke zelf is. En uiteindelijk is iemands gedrag niet per definitie zijn karakter.’
‘Dat is mooi’, vindt Sergio. ‘Gaan we afspreken om dat te ontdekken?’ Ik weet niet of ik hem wat vind en antwoord even niet. Maar na drie dagen komt hij terug of ik echt niet wil afspreken. De aanhouder wint. Helaas ga ik die week door mijn enkel en moet ik twee weken met mijn been omhoog zitten.
Sergio geeft echter niet op. Of hij mij kan helpen, magazines kan brengen of chocola. Heel lief, maar nee dank je. Even geduld tot ik weer een paar hakken aan kan en autorijden.
Ondertussen zijn we overgegaan op de app en het wordt allengs gezelliger: ‘Jij doet me iets. Vraag me niet waarom’, en ‘Ik denk aan je.’ Dat laatste stuurt hij heel vaak. We hebben dagelijks contact, waardoor hij steeds vertrouwder wordt. Ik krijg foto’s van zijn broer, zijn kinderen.
Of ik met hem een tocht wil maken door Schotland en Ierland. ‘Ik vind jou leuk. Boeiend. En wijs’, zegt hij. ‘Het voelt goed. Zodra je er klaar voor bent wil ik je zien.’ En na een uiteindelijk vijf (!) weken ben ik dat. ‘Ik vind jou prachtig en super leuk, dat jij dat maar weet.’
Het toeval wil dat hij vlakbij woont en we spreken bij hem thuis af. Hij heeft een leuk huis en ook hij is leuk. Hij heeft wat te melden en kan goed luisteren. Al met al een geslaagde avond. Nog voor ik thuis ben appt hij al hoe gezellig hij het vond. De volgende ochtend stuurt hij: ‘Ik rook je nog toen je weg was.’
In de volgende dagen: ‘Je bent bijzonder mooi… outside and inside out.’ ‘You make me happy.’ ‘Ik wil jou kussen.’ Hij vraagt of ik nog een paar foto’s wil sturen. Op de eerste reageert hij: ‘Trouwen?’ Op de tweede: ‘Ik zou altijd op jou zijn gevallen.’
En weer kletsen we, deelt hij super persoonlijke dingen en uit de wens mij weer te zien: ‘Je intrigeert mij, boeit mij, interesseert mij, vind jou slim en wijs, rete aantrekkelijk en hopeloos grappig. Zoiets. En onder rete aantrekkelijk vallen dan: super vrouwelijk, sensueel, stijl, klasse, durf en stoer.’
Hij is geen slijmbal of gladjanus, maar doseert zijn liefdesbetuigingen uiterst goed. Ik ben niet verliefd, maar van zo veel liefs gaat mijn hart een beetje wuiven. ‘Ik ben klaar voor jou en ik doe mijn uiterste best jou te laten weten dat jij mijn ziel raakt en hart streelt’, zegt Sergio.
Lees ook
‘Schrijf jij soms een column voor LINDA.? Ben jij Sophie? Die schrijft over Tinder?’
We spreken voor de tweede keer af. Bij hem thuis. Hij hangt mijn jas demonstratief over een trui van hemzelf: ‘Dan ruik ik je straks nog’, zegt hij. Het is weer gezellig en voordat ik wegga en een glas water bij de kraan inschenk, komt hij achter me staan en knuffelt me. Een zacht kusje op mijn wang en dan ga ik naar huis. Geen tongzoen, geen sex, maar alles is lief en leuk.
De volgende dag belt hij over een zakelijk akkefietje waarover hij uitgebreid vertelt. Daarna wordt het stil. Doodstil. Ik word geghost. Waarom? Geen idee. Ik begrijp dus precies hoe vriendin B. zich voelt. Bescheten. Ook heb je een bepaalde gêne dat je er bent ‘ingetrapt’. Volstrekt onterecht. Immers, het is logisch dat je reageert op zo veel affectie.
Ghosten is wreed, pijnlijk en verwarrend, het ondermijnt je zelfvertrouwen en je blijft voorgoed achterdochtig. Als je te laf bent om het face-to-face te zeggen, is het dan zo moeilijk om een fucking appje te sturen: ‘Bedankt, maar het gaat ‘m niet worden’? Dan ben je toch gespeend van de meest elementaire omgangsvormen.
Honderd keer vraag je jezelf af: wat heb ik verkeerd gedaan of gezegd? Ik was toch mooi en hopeloos grappig? In mijn geval was het ook nog eens een man van 57 jaar die veel had meegemaakt, groot verdriet heeft gekend. Het enige excuus dat ik kan bedenken is dat hij een ongeluk heeft gehad of aan de hartbewaking ligt.
Maar Sergio ligt niet aan de monitor op de CCU en bewijst dat ghosten gebeurt in elke leeftijdscategorie en op elk niveau. En het enige antwoord dat je er op kan geven is: absoluut niets.
Lees ook
‘Hij heeft een heel seksuele vibe. Ik zie de huisvader, ik zie het beest’