Columnist en journalist Carol Rock (47) schrijft over wat haar opvalt in het nieuws. Deze keer over handen wassen tijdens de corona-crisis.
'Handgel was al ver voor Corona-gate mijn lievelingsitem in mijn handtas'
‘Na het drukken of plassen, altijd handen wassen’, stond er op het briefje bij de toiletten op de kleuterschool.
Hoewel de penetrante geur, die altijd in en rondom de wc’s hing, niet bepaald het vertrouwen gaf dat je handen er na het wassen veel schoner op werden, heb ik me altijd keurig aan die oproep gehouden.
‘Wash, wash, wash your hands. Let the bubbles do their dance’, leerde mijn dochter op de peuterspeelzaal. En zo zijn er ongetwijfeld talloze andere voorbeelden van handenwasliedjes als geheugensteuntje. Maar kennelijk hebben die geheugensteuntjes niet bij iedereen de gewenste indruk gemaakt, want in een grafiek las ik dat slechts vijftig procent van de Nederlanders de handen reinigt na toiletbezoek.
Toen ik studeerde werkte ik als receptioniste bij een keurig reclamebureau. Ik leerde daar dat het voor sommige mensen verdomd moeilijk is bij binnenkomst even netjes gedag te zeggen. Maar de belangrijkste les was toch wel persoonlijke hygiëne, of het gebrek eraan. Vanaf mijn chique desk kon ik het verkeer van en naar de toiletten nauwkeurig volgen. Zo nauwkeurig zelfs dat ik zag én hoorde hoe vrouwen en mannen de wc binnenliepen en plaatsnamen op de pot. Lange stilte. Het wc-papier dat na enkele minuten wild werd afgescheurd. Deur van het kamertje dat weer werd geopend. Kordate stappen richting uitgang.
En zo aanschouwde ik tot mijn grote afschuw hoe een aantal op het eerste oog smetteloze collega’s met ongewassen poephanden het toilet weer vrolijk en opgelucht verlieten. Diezelfde mensen ontvingen even later klanten, die zij netjes de hand schudden. Diezelfde mensen graaiden tijdens de lunch tussen de broodjes en likten verlekkerd hun vingers af.
Het bleef niet bij dat reclamebureau. Tot mijn grote schok moest ik de jaren erna steeds weer ontdekken dat ik collega’s had, die er hetzelfde, onvoltooide ritueel op nahielden. Soms lukte het me nog snel mijn broek op te hijsen zodat ik nog net kon ontdekken welke collega zo ijlings het toilet naast mij had verlaten zonder de handen van een wasbeurt te voorzien. Geloof me, deze ontdekking was altijd verrassend.
Mensen die mij kennen, weten dat ik een – vind ik zelf – gezonde vorm van smetvrees heb. Handgel was al ver voor Corona-gate mijn lievelingsitem voor in mijn handtas. Wc-deuren open ik het liefst met mijn elleboog en de kraan draai ik bij voorkeur dicht met een stuk wc-papier. In het OV laat ik het knopjesdrukken graag over aan medereizigers, en palen omarm ik indien nodig liever dan dat ik ze vasthoud.
Deze tijden zijn voor mensen als ik een periode waarin we openlijk smet kunnen vrezen. Een opluchting. Wat ook een opluchting is, is dat ik niet iedereen meer de hand hoef te schudden. Van die klamme, slappe handjes, of juist veel te warme en ferme handen en die hand van die wc-bezoeker die de woorden uit het handenwasliedje niet meer kent of naleeft.
Wat mij betreft wordt handen schudden daarom helemaal afgeschaft. Laten we elkaar vanaf nu altijd begroeten met een respectvolle hand op de borst, of een liefdevolle ‘Wai’, zoals in Thailand. Lekker fris en waarschijnlijk ook een stuk minder pandemie-gevoelig.
Lees ook
Coronavirus, nee dank je: zó maak je je immuunsysteem sterker