Een aardbeving heeft in het noorden van de Filipijnen zeker vier mensen het leven gekost. Er zijn meer dan zestig gewonden.
De beving met een kracht van 7 was een van de krachtigste in jaren en was voelbaar in grote delen van het grootste en dichtstbevolkte eiland Luzon.
De aardbeving vond plaats in de bergachtige provincie Abra en werd gevolgd door bijna driehonderd naschokken met een kracht van 4.7 tot 5.2, aldus de Amerikaanse geologische dienst USGS. In de hoofdstad Manilla, zo’n 335 kilometer ten zuiden van het epicentrum van de beving, werden gebouwen ontruimd en werd het metrosysteem tijdens de ochtendspits stilgelegd.
In de provinciale hoofdstad Bangued stierf een vrouw toen ze een muur over zich heen kreeg. Elders overleed een bouwvakker toen het drie verdiepingen tellende gebouw waaraan hij werkte instortte. Bij de autoriteiten zijn 173 beschadigde gebouwen en 58 aardverschuivingen bekend.
In de koloniale stad Vigan, die op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat, zijn volgens de politie bouwwerken uit de zestiende eeuw beschadigd. Zo zijn er delen losgekomen van een toren. Twee bezoekers raakten gewond door rondvliegend puin.
President Ferdinand Marcos jr., wiens familie uit het noorden komt, heeft laten weten het getroffen gebied te zullen bezoeken. Dat doet hij niet meteen, omdat hij naar eigen zeggen de aandacht niet wil afleiden van de hulpoperaties.
De Filipijnen liggen net als Indonesië op de zogeheten ‘ring of fire’, een gebied in de Grote Oceaan met bijna 130 actieve vulkanen waar ook veel aardbevingen voorkomen. In oktober 2013 stierven meer dan tweehonderd mensen door een beving met een kracht van 7,1. In 1990 had een aardbeving met een kracht van 7,8 naar schatting ruim 1200 doden tot gevolg.
Kindhuwelijk voortaan verboden op de Filipijnen, celstraf tot twaalf jaar bij overtreding
