Zes op de tien Syriërs weten volgens hulporganisatie Oxfam niet of en hoe ze hun volgende maaltijd zullen krijgen. Syrië is sterk afhankelijk van graanimporten uit Rusland, die door de oorlog met Oekraïne onder druk staan.
Zo’n 90 procent van de Syriërs kan zich alleen brood, rijst en af en toe groenten veroorloven. Dat zegt de hulporganisatie op basis van gesprekken met driehonderd inwoners van het door burgeroorlog getroffen land.
Moutaz Adham, directeur voor Oxfam in Syrië, zegt: “Mensen staan aan de afgrond door de economie die is ingestort. Rond Damascus staan mensen uren in de rij om gesubsidieerd brood te halen bij bakkerijen van de staat. Jonge kinderen zijn in afval op zoek naar voedselresten. En veel families gaan schulden aan om zich voedsel te kunnen veroorloven, halen kinderen van school zodat ze kunnen werken en jonge dochters worden vroeg uitgehuwelijkt zodat er minder leden van het gezin gevoed hoeven te worden.”
Volgens Adham leeft 90 procent van de Syriërs onder de armoedegrens en ligt de werkloosheid op 60 procent. Ook is het minimumloon in de publieke sector ongeveer 24 euro per maand.
De Syrische overheid zou volgens Adham al zijn begonnen met het rantsoeneren van graan, suiker, olie en rijst. Op maandag waarschuwde VN-topman Antonio Guterres echter voor een wereldwijde hongercrisis. Dit omdat veel arme landen graan uit Rusland importeren.
Tarweprijzen lopen verder op: 'Mensen zullen meer honger lijden'
