Het jaarlijkse circus rond de Nobelprijzen begint weer. De eerste prijs, De Nobelprijs voor de Geneeskunde, is maandagochtend uitgereikt aan twee Amerikanen. Zij deden onderzoek naar zintuigen in het menselijk lichaam.
De laureaten zijn David Julius en Ardem Patapoutian.
Julius en Patapoutian ontdekten de receptoren waarmee ons lichaam temperatuur en aanrakingen voelt. Die receptoren sturen signalen naar de hersenen, waarmee wij herkennen of het warm of koud is, en wat we precies aanraken.
De prijs ging vorig jaar naar twee Amerikanen en een Brit voor de ontdekking van het virus hepatitis C. De prijs ging drie keer naar iemand uit Nederland: Willem Einthoven in 1924, Christiaan Eijkman in 1929 en Nikolaas Tinbergen in 1973.
De Nobelprijs voor de Geneeskunde is op maandag de eerste prijs die is uitgereikt. In de komende dagen volgen de Nobelprijzen voor Natuurkunde (dinsdag), Scheikunde (woensdag), Literatuur (donderdag), Vrede (vrijdag) en Economie (volgende week maandag).
Normaal gesproken reizen de winnaars naar Scandinavië om hun prijzen in ontvangst te nemen, maar dat is vanwege de corona-uitbraak te onzeker. Daarom heeft het Nobelcomité besloten dat de winnaars de prijs in hun eigen land ontvangen.
Ook zal er mogelijk een ceremonie vanuit de Zweedse hoofdstad Stockholm plaatsvinden op 10 december. Dan is het precies 125 jaar geleden dat Alfred Nobel, naar wie de prijzen zijn vernoemd, overleed. Mogelijk wordt de Nobelprijs voor de Vrede wel in persoon uitgereikt in de Noorse hoofdstad Oslo.
De IG Nobelprijs: seks bij verstopte neus, vliegende neushoorns en Nederlands succes
