Jean-Jacques Sempé, die de geliefde Franse kinderboekenreeks ‘Le Petit Nicolas’ illustreerde, is op 89-jarige leeftijd overleden.
Dat meldt zijn vrouw vrijdag.
‘Le Petit Nicolas’
De kinderboeken boden een geïdealiseerde visie op de kindertijd in het Frankrijk van de jaren vijftig en werden een internationale bestseller. Ook in Nederland, als De kleine Nicolaas.
De wereld die Sempé in Le Petit Nicolas schetste, stond in schril contrast met de ellende van zijn eigen opvoeding. Hij woonde in een gewelddadig pleeggezin, maar later bleek zijn eigen moeder net zo erg. Ook wist Sempé niet wie zijn vader was, waar hij veel last van had. “Je weet niet wie je bent, waar je op gebouwd bent”, zei hij later.
Met zacht getekende lijnen onthulde hij grappige en soms bijtende waarheden over de wereld, zonder ooit zijn toevlucht te nemen tot spot. “Je komt nooit over je jeugd heen”, zei hij tegen het einde van zijn leven. “Je probeert dingen op een rijtje te zetten, je herinneringen mooier te maken. Maar je komt er nooit overheen.”
Sempé, die oorspronkelijk jazzpianist wilde worden, stopte op veertienjarige leeftijd met school. Vervolgens loog hij over zijn leeftijd om in het leger te gaan. Maar het soldatenleven beviel hem slecht, dus besloot hij een ander beroep te omarmen. Hij begon zijn tekeningen te verkopen aan Parijse kranten.
Toen hij bij een persbureau werkte, raakte hij bevriend met de legendarische stripschrijver René Goscinny, bekend van Asterix. Samen creëerden ze in 1959 het karakter Le Petit Nicolas. “De avonturen van Nicolas waren een manier om de ellende die ik doormaakte tijdens mijn jeugd opnieuw te beleven en ervoor te zorgen dat alles goed kwam”, zei Sempé in 2018.
Sempé illustreerde daarnaast meer covers van het vooraanstaande opinieblad The New Yorker dan welke andere illustrator ook.
Succesvol
Maar in 1959 bleven de boeken grotendeels onopgemerkt. Hij bleef toch tekeningen verkopen aan kranten om de eindjes aan elkaar te knopen, een fase in zijn carrière die hij als “vreselijk” beschreef. Pas in 1978, toen hij werd aangenomen door The New Yorker, werd hij succesvol. “Ik was bijna vijftig en voor het eerst in mijn leven bestond ik. Ik had eindelijk mijn familie gevonden.”
Tegenwoordig zijn de boeken internationale bestsellers met meer dan 15 miljoen verkochte exemplaren in 45 landen en zijn ze bewerkt tot een populaire film- en tekenfilmserie.