IJsland is van plan de omstreden walvisjacht vanaf 2024 te verbieden nu de vraag afneemt. Wereldwijd jagen alleen IJsland, Noorwegen en Japan voor commerciële doeleinden op walvissen.
De huidige vergunningen lopen van 2019 tot en met 2023. Volgens minister Svandís Svavarsdóttir van Visserij zijn er ‘weinig redenen’ om de walvisjacht daarna nog toe te staan.
De minister schrijft in de krant Morgunbladid dat er weinig bewijs is dat de walvisjacht bijdraagt aan de economie.
IJsland is momenteel geen ‘grote vis’ als het om de walvisjacht gaat. Het land heeft de afgelopen drie jaar vrijwel geen walvissen gevangen. De enige vangst was een enkele dwergvinvis vorig jaar. Dat komt doordat de twee belangrijkste vergunninghouders de jacht hebben opgeschort. Een van hen is zelfs definitief gestopt.
De vraag naar walvisvlees uit de eilandstaat is flink afgenomen sinds Japan in 2019 de commerciële walvisjacht hervatte. Dat land is de belangrijkste markt voor walvisvlees. Japan ving walvissen voorheen voor wetenschappelijke doeleinden, maar in de praktijk belandde walvisvlees alsnog in de supermarkt. Bovendien is de jacht in IJsland duurder geworden.
In 1986 kwam er een wereldwijd verbod op de commerciële walvisjacht. Desondanks gingen enkele landen door. De IJslandse walvisjagers hervatten de jacht in 2003.
Amerikaanse kreeftenvisser wordt opgeslokt door walvis en weer uitgespuugd
