De laatste weken is er veel te doen over een nieuwe wet in Florida, in de volksmond de ‘Don’t say gay’ wet genoemd. Wat houdt deze wet precies in en waar komt de ophef vandaan?
We zetten het een en ander op een rij.
De laatste weken is er veel te doen over een nieuwe wet in Florida, in de volksmond de ‘Don’t say gay’ wet genoemd. Wat houdt deze wet precies in en waar komt de ophef vandaan?
We zetten het een en ander op een rij.
De senaat in Florida nam begin maart de ‘Parental Rights in Education’ wet aan, die ingaat op 1 juli. Deze wet schrijft voor dat leraren het met kinderen – tot negen jaar oud – niet mogen hebben over gender, geaardheid, seksualiteit en lhbti-gerelateerde onderwerpen. Bij kinderen ouder dan negen jaar mag dit wél, maar alleen op een manier die ‘niet ongepast is bij hun leeftijd of ontwikkeling’.
Dat is nogal een wazige omschrijving. De kans is daardoor groot dat docenten alle gender-gerelateerde onderwerpen maar gewoon vermijden, omdat ze bang zijn voor ontslag.
Voorstanders zijn blij met de wet. Zij zien graag dat ouders zélf beslissen hoe en of hun kinderen te maken krijgen met lhbti-onderwerpen, zonder tussenkomst van een leraar. De wet vereist daarnaast dat de school ouders vooraf inlicht als het op school over deze onderwerpen zal gaan. Zo kunnen zij dit eventueel weigeren.
Tegenstanders zijn allerminst te spreken over deze nieuwe ontwikkeling: ze zijn bang voor een verdere stigmatisering van de lhbti community. Daarnaast vinden zij de wet discriminerend en een bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting. In Florida vonden verschillende protesten plaats en ook het Witte Huis is geen fan: in een reactie noemden zij de wet ‘gruwelijk’. Critici gaven de wet al vrij rap een nieuwe naam: de ‘Don’t say gay’ wet. Een titel die nu wereldwijd gebruikt wordt.
Ook in de mediawereld lieten mensen, en bedrijven, van zich horen. Zo liep de cast van Disney-serie Raven’s home uit protest van de set af, maar hield het entertainmentbedrijf zélf zich opvallend stil. Dat leidde tot ophef bij onder andere Pixar, onderdeel van Disney. Pixar-medewerkers stelden een verklaring op waarin stond dat het moederbedrijf ‘openlijk homoseksuele affectie’ in nieuwe films zou censureren.
Geen goede beurt voor Disney natuurlijk, dat prompt besloot zich publiekelijk uit te spreken tegen de ‘Don’t say gay’ wet en een paar miljoen dollar te doneren aan de Human Rights Campaign. LINDA.nl columnist Eric de Munck was nog niet direct onder de indruk: “Disney speelt mooi weer maar heeft stiekem nog steeds normen en waarden uit de tijd van Sneeuwwitje.”
De beslissing om zich uit te spreken kwam Disney overigens behoorlijk duur te staan. Gouverneur DeSantis (het brein achter de gewraakte wet) reageerde hierop door Disney World zijn speciale status te ontnemen. 55 jaar lang kon het amusementspark redelijk autonoom en goedkoop zijn gang gaan, maar nu lijken die voordelen verleden tijd.
Zo’n ‘Don’t say gay’ wet lijkt misschien een unicum, voor ons in Nederland. Toch steken soortgelijke initiatieven ook de kop op in andere delen van Amerika. Zo liggen er in Missouri, Indiana en Kentucky voorstellen om lessen over seksuele en genderidentiteiten te verbieden. In Iowa wil men instellen dat ouders voor elke les over genderidentiteit schriftelijk toestemming moeten geven.
En wetsvoorstel in Arizona ziet voor zich dat leraren ‘meer focussen op de biologische geslachten (man en vrouw)’. En in Alabama kopiëren ze het idee uit Florida: daar verbieden ze inmiddels ‘vroegtijdige’ lessen over genderidentiteit.
Disney doneert 5 miljoen voor bescherming lhbti+’ers na nieuwe 'Don't Say Gay'-wetLees ook