Een van de meest productieve bloeddonoren ter wereld is maandag overleden. James Harrison (88) redde met zijn bloeddonaties en plasma het leven van meer dan twee miljoen baby’s.
“Hij was erg trots dat hij zoveel levens kon redden zonder enige kosten of pijn”, vertelt de dochter van Harrison aan de BBC.
In Australië staat Harrison bekend als ‘de man met de gouden arm’. Zijn bloed bevat een zeldzaam antilichaam, genaamd Anti-D. Dit wordt gebruikt om medicatie te maken voor zwangere vrouwen van wie het bloed mogelijk een gevaar vormt voor hun ongeboren baby.
De Australiër begint met het doneren van zijn bloedplasma op zijn achttiende en blijft dit elke twee weken doen, totdat hij 81 wordt. In 2005 is hij zelfs het wereldrecordhouder van de meeste bloedplasmadonaties.
Anti-D injecties beschermen ongeboren baby’s tegen een dodelijke bloedaandoening genaamd hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene (HDFN). Deze aandoening treedt op wanneer de rode bloedcellen van de moeder onverenigbaar zijn met die van haar groeiende baby.
Het immuunsysteem van de moeder ziet de bloedcellen van de baby vervolgens als een bedreiging en produceert antistoffen om ze aan te vallen. Dit kan de baby ernstig schaden en leiden tot ernstige bloedarmoede, hartfalen of zelfs de dood.
Er zijn minder dan tweehonderd Anti-D donoren in Australië, maar volgens de Australian Red Cross Lifeblood helpen zij jaarlijks naar schatting 45.000 moeders en hun baby’s.
Stamcellen doneren uit navelstrengbloed: dit is hoe het werkt
