Het aantal coronabesmettingen na een bezoek aan Oostenrijk is verzesvoudigd. Dat blijkt uit nieuwe cijfers die het ‘AD’ heeft opgevraagd bij het RIVM.
Waar het aantal Nederlanders dat in Oostenrijk was geweest en positief testte in de week na 21 december nog bleef steken op 144, is dat in de week tot 3 januari opgelopen tot bijna duizend mensen.
Van alle personen die tussen 27 december en 3 januari positief testten na een bezoek aan het buitenland, was 15,8 procent in Oostenrijk op vakantie geweest. In totaal zorgde een bezoek aan het vakantieland de afgelopen week voor 964 besmettingen.
Frankrijk, ook een populaire ski- en snowboardbestemming, volgt op plaats twee met 740 geconstateerde gevallen. Daarna komen België, waar 682 mensen waren geweest die later besmet bleken, Duitsland (669 gevallen) en Spanje (605 gevallen). Aan Italië hadden 339 besmette mensen in de laatste veertien dagen een bezoek gebracht, zo blijkt uit de cijfers.
Oostenrijk voerde onlangs strenge inreisregels in voor Nederlanders. Wie nog geen boosterprik heeft gekregen, moet zeker vijf dagen in quarantaine, wat een wintersportvakantie praktisch onmogelijk maakt.
Veel Nederlanders trokken nog snel voordat de quarantaineplicht inging naar hun vakantiebestemming. Sommige landgenoten gingen in Duitsland een boosterprik halen om eerder aan de beurt te zijn en zonder problemen de piste op te kunnen.
OMT-lid Marc Bonten reageert tegenover het AD op de cijfers. “Voor het beheersen van de pandemie is elk reisgedrag een risico. Als je kunt kiezen tussen nog snel vóór de booster gaan skiën of daarna, dan kun je in elk geval beter dat laatste doen”, zegt hij tegen de krant. Het OMT-lid raadt iedereen aan om op de dag van terugkomst en vijf dagen erna te testen. “Bij klachten moet je zeker thuisblijven.”
OMT-lid Bonten: 'Grote versoepeling coronaregels onwaarschijnlijk'
