Mensen die in Amsterdam een huis kopen met een WOZ-waarde tot 512.000 euro, moeten verplicht zelf in dat huis gaan wonen.
Als het aan het stadsbestuur ligt, gaat die maatregel zo snel mogelijk in.
Zelfwoonplicht
De nieuwe regel moet voorkomen dat beleggers woningen kopen en vervolgens duur verhuren. Door de grens te leggen bij 512.000 euro, beschermt Amsterdam 60 procent van de koophuizen tegen opkoop. Dat stelt woonwethouder Jakob Wedemeijer.
Hij vindt het onacceptabel dat beleggers woningzoekenden aftroeven, door woningen op te kopen en tegen “torenhoge prijzen” te verhuren. “Daarom willen we ervoor zorgen dat zoveel mogelijk woningen alleen kunnen worden gekocht door mensen die er ook echt gaan wonen. Woningen zijn om in te wonen en niet om aan te verdienen.”
Regeling
De ‘zelfwoonplicht’ zou gelden tot vier jaar na aankoop. Daarna mag de eigenaar de woning verhuren. Op de regeling zijn een paar uitzonderingen. Zo mag je een huis wel verhuren aan directe familieleden (ouders, kinderen, broers, zussen) of tijdelijk verhuren, bijvoorbeeld tijdens een verblijf in het buitenland. Ook woningen die onlosmakelijk horen bij een bedrijfsruimte, kantoor of winkel mogen in de verhuur.
Vanaf deze woensdag kunnen mensen inspreken over het voorstel voor de opkoopbescherming. Over drie maanden praat de gemeenteraad erover.